Unit 4 recap

Recap Unit 4
1 / 31
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Recap Unit 4

Slide 1 - Slide

Als je wilt dat iemand zijn boek leest, dan zeg je:
A
Read your book
B
Don't read your book.

Slide 2 - Quiz

Maak je huiswerk
A
Don't make your homework
B
Make your homework

Slide 3 - Quiz

Luister niet naar je broer
A
Listen to your brother!
B
Don't listen to your brother!

Slide 4 - Quiz

Kijk naar het bord!

Slide 5 - Open question

Schrijf niet op je tafel!

Slide 6 - Open question

Meewerkend voornaamwoord

Slide 7 - Slide

Nederlands
mij
jou
hem
haar
het
ons
jullie
hen
Engels
me
you
him
her
it
us
you
them

Slide 8 - Slide

me
you
him
us
it
her
hen
jullie
mij
jou
hem
ons
het
haar
them
you

Slide 9 - Drag question

Kies de juiste:

He gives the present to ........... (haar)
A
him
B
her
C
you
D
them

Slide 10 - Quiz

Kies de juiste.....

You have to watch .......... (hen) play.
A
me
B
you
C
us
D
them

Slide 11 - Quiz

Kies de juiste.....

The dog likes a cookie!
Give ........ (het) quickly!
A
me
B
her
C
it
D
him

Slide 12 - Quiz

This / that / these / those

Slide 13 - Slide

those
that
these
this
Meervoud 
ver weg
Enkelvoud / ver weg
Meervoud / dichtbij
Enkelvoud / dichtbij

Slide 14 - Drag question

Kies de juiste:

........ birds over there
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 15 - Quiz


Kies de juiste
............ book I have got in my hand is nice
A
This
B
That
C
These
D
Those

Slide 16 - Quiz


Look at ........ bike across the street!
It's really nice
A
This
B
That
C
These
D
Those

Slide 17 - Quiz

Present simple
Deze gebruikt je bij iets dat

altijd, nooit of regelmatig 

gebeurt

Slide 18 - Slide

Wat is de "shit"- regel

Slide 19 - Open question

Kies het juiste:

He ....... a letter.
A
write
B
writes

Slide 20 - Quiz

Kies het juiste:

We .......... to school.
A
go
B
goes

Slide 21 - Quiz

Kies het juiste:

Caitlin ......... the answer.

A
knows
B
know

Slide 22 - Quiz

Kies het juiste:

Paul ............ hard.
A
study
B
studies

Slide 23 - Quiz

Bij welke gebruik je

Does & doesn't
A
he
B
she
C
we
D
it

Slide 24 - Quiz

Is dit een goed zin?

Does he eat a lot of chocolate?
A
Yes
B
No

Slide 25 - Quiz

Some and any

Slide 26 - Slide

Wanneer gebruik je "some"
A
bij een bevestigende zin
B
bij een vragende zin
C
bij een ontkennende zin

Slide 27 - Quiz

Wanneer gebruik je "any"
A
bij een bevestigende zin
B
bij een vragende zin
C
bij een ontkennende zin

Slide 28 - Quiz

Kies tussen "some" & "any"

Do you have ........ money?
A
some
B
any

Slide 29 - Quiz

Kies tussen "some" & "any"

We need to do ........ work
A
some
B
any

Slide 30 - Quiz

Kies tussen "some" & "any"

I don't have ........ books to read.
A
any
B
some

Slide 31 - Quiz