Brutowinst/nettowinst en verkoopprijs incl excl btw
Brutowinst
Omzet (= opbrengst) = prijs x afzet (aantal verkochte producten)
Inkoopwaarde = inkoopwaarde van de omzet
Brutowinst = Omzet - inkoopwaarde
Omzet
Inkoopwaarde -
Brutowinst
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3
This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Brutowinst
Omzet (= opbrengst) = prijs x afzet (aantal verkochte producten)
Inkoopwaarde = inkoopwaarde van de omzet
Brutowinst = Omzet - inkoopwaarde
Omzet
Inkoopwaarde -
Brutowinst
Slide 1 - Slide
Inkoopprijs vs. inkoopwaarde
Inkoopprijs = prijs per stuk die je betaalt voor één product dat je inkoopt
Inkoopwaarde = totale waarde van alle ingekochte producten
(= inkoopprijs x afzet)
Slide 2 - Slide
Brutowinst is dé winst?
Is brutowinst wat de ondernemer in zijn zak kan steken?
NEE!!
Naast de kosten voor inkoop, heb je nog meer kosten.
Welke?
Slide 3 - Slide
Noem andere kosten van een bedrijf (naast de inkoopkosten)
Slide 4 - Mind map
Wat als je alles betaald hebt?
Wanneer je als ondernemer
de inkoopkosten hebt betaald,
&
de andere bedrijfskosten hebt betaald,
....
blijft er hopelijk iets over?
Slide 5 - Slide
Brutowinst vs. nettowinst
Nettowinst is wat er overblijft als alle kosten betaald zijn:
Omzet
Inkoopwaarde -
Brutowinst
Bedrijfskosten -
Nettowinst / verlies
Slide 6 - Slide
Van een winkel zijn de volgende gegevens bekend: afzet 3.000 stuks, inkoopprijs € 35, verkoopprijs, € 75, loonkosten € 30.000, overige kosten € 25.000 Bereken de brutowinst en de nettowinst.
Slide 7 - Open question
Hoe bepaalt een ondernemer zijn verkoopprijs?
Slide 8 - Slide
Hoe bepaalt een ondernemer zijn verkoopprijs?
Uitgangspunt: kosten
Inkoopprijs
+ winstmarge
Verkoopprijs excl btw
+ btw (21%)
verkoopprijs incl btw
Slide 9 - Slide
Hoe bepaalt een ondernemer zijn verkoopprijs?
Uitgangspunt: kosten
Inkoopprijs
+ winstmarge
Verkoopprijs excl btw
+ btw (21%)
verkoopprijs incl btw
Brutowinstmarge:
het bedrag dat je optelt bij de inkoopprijs om de verkoopprijs te berekenen.
Een deel daarvan gaat op aan de bedrijfskosten.
Slide 10 - Slide
Wat is BTW?
A
Belasting toenemende waarde
B
Belasting toegevoegde waarde
C
Belasting toegevoegde winkel
D
Bruto toegevoegde waarde
Slide 11 - Quiz
Wat is de consumentenprijs?
A
Verkoopprijs
B
Verkoopprijs zonder btw
C
Inkoopprijs
D
Verkoopprijs met btw
Slide 12 - Quiz
Wat doen bedrijven met de btw die ze ontvangen?
Slide 13 - Open question
Stel een bedrijf heeft €5.000 ontvangen aan BTW Bij hun verkopen en €3.000 betaald aan BTW bij hun inkopen. Hoeveel BTW moeten ze nu betalen aan de belastingdienst?
Slide 14 - Open question
Slide 15 - Video
Consumentenprijs
Verkoopprijs incl btw = consumentenprijs
De prijs die de consument betaalt voor een product in de winkel.
Verkoopprijs + btw = consumentenprijs
100% + 21% = 121%
Slide 16 - Slide
De verkoopprijs is € 60 exclusief 9% btw. Bereken de verkoopprijs inclusief btw.
Slide 17 - Open question
De verkoopprijs is € 83,49 inclusief 21% btw. Bereken de prijs (in euro's) exclusief btw.