Spaans periode 3 les 2

1 / 14
next
Slide 1: Slide
SpaansMBOStudiejaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Les 2
- Je kunt naar de betekenis van iets vragen
- Je herkent mannelijk en vrouwelijke woorden
-  Je kan het meervoud in het Spaans maken
- Je kunt tot 10 tellen

Slide 2 - Slide

¿Qué es España?
cultura
turismo
gastronomía
automóvil
industria
deporte
fiesta
música
tecnología
naturaleza
arte
fútbol
5
6
7
8

Slide 3 - Slide

MP TB p. 10
2 Titulares de prensa
a. Lees de reclameteksten. Welke uitspraak hoort bij welke foto?
b. Lees de zinnen nog eens en onderstreep de woorden die je al begrijpt.

Handige zinnen voor in de les: p. 184

Slide 4 - Slide

Het zelfstandig naamwoord
Mannelijk

woorden eindigend op:
-o
Vrouwelijk

woorden eindigend op:
-a
-dad
-ción
-sión

Slide 5 - Slide

Het lidwoord
Mannelijk

de/het
el

een
un
Vrouwelijk

de/het
la

een
una

Slide 6 - Slide

Het lidwoord (meervoud)
Mannelijk

de/het
los

- / sommige
unos
Vrouwelijk

de/het
las

- / sommige
unas

Slide 7 - Slide

woorden eindigend op een klinker (a, e, i, o, u)                + s
woorden eindigend op een medeklinker                           es

el chico                     los chicos
la casa                       las casas
el hotel                      los hoteles
la ciudad                  las ciudades
Het lidwoord

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

MP WB pag 9 tarea 5
Luister en corrigeer de telefoonnummers.

Slide 10 - Slide

Vertaal :
Buenos días

Slide 11 - Open question

Vertaal :
¿Cómo te llamas?

Slide 12 - Open question

Vertaal :
¡hasta luego!

Slide 13 - Open question

Huiswerk week 2
Maken:
MP H1
WB 1 t/m 3 (pag 8-9)


Leren:
MP woordenlijst p. 162-163

Slide 14 - Slide