Week 6.2

                                      
 LWP Verantwoord omgaan  met medicatie
Week 6
                                   

Werkproces: Voert verpleegtechnische handelingen uit
1 / 16
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

                                      
 LWP Verantwoord omgaan  met medicatie
Week 6
                                   

Werkproces: Voert verpleegtechnische handelingen uit

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Planning van de les
  • klas aanmaken in LessonUp  code 
  • Terugblik vorige keer
  • theorie medicatieproces
  • met je leerteam 4de SKILLs opdracht uitgewerkt
  • digitale opdracht 4 (recept en medicatie) maken

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Doelen van de les
  • Je weet hoe het medicatieproces verloopt en waar je op moet letten
  • je hebt met je leerteam vierde SKILLs opdracht uitgevoerd en uitgewerkt
  • digitale opdracht 4 (recept en medicatie) is klaar


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Jullie zijn bevoegd en bekwaam als je:
  • deze LWP hebt gevolgd
  • de opdrachten uit de reader en je boek hebt uitgevoerd
Met dit bewijs mag je oefenen op je stage en vervolgens het examen verpleegtechnisch handelen doen.

Bewijs om te mogen oefenen krijg je van mij aan het einde van de LWP
Boek is dus echt noodzakelijk!

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Uitleg LWP en reader
  • leerteams nodig van 3 personen hiermee werk je aan casus opdrachten en SKILLs opdrachten
  • Casus opdrachten: twee kiezen en uitwerken (gebruik betrouwbare sites/boeken)
  • 7 SKILLs opdrachten: 
  • opdrachten tijdens de les uit het boek Mensen (zie planning) kan je ze niet in de les maken dan zal het thuis moeten gebeuren.
  • Elke les een stukje theorie en opdrachten (goed bijhouden, het zijn er best veel!)

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Medicatieproces

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat staat er op een recept?
  • de naam en de geboortedatum van de zorgvrager
  • de naam en het adres van de voorschrijvende arts
  • de handtekening van de arts
  • de naam van het medicijn
  • de sterkte
  • de dosering
  • de toedieningswijze
  • een waarschuwing als het medicijn het bewustzijn kan beïnvloeden







Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Geneesmiddelen distributiesysteem (GDS)


GDS is een verpakking waarin medicijnen zijn verdeeld in eenheden per toedieningstijdstip en op naam van een individuele zorgvrager.

GDS kan helpen dat de zorgvrager langer eigen medicatie kan beheren

Slide 9 - Slide

Geen dubbele controle
Een GDS heeft ook de voorkeur als een zorgmedewerker de cliënt hulp biedt bij de medicatie. Een GDS betekent dat de medicatie is voorverpakt of uitgezet door de apotheek. De apotheek is verantwoordelijk voor de inhoud. Daarmee is de eerste controle gedaan door de apotheek. Deze medicatie hoeft dan ook niet meer dubbel gecontroleerd te worden. 
Bewaren van medicatie

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Veilig toedienen medicatie

- Gereed maken van medicatie (en eventueel: malen)
- Klaarzetten, aanreiken, toedienen
- Wijzigingen in medicatie
- Controleren, toedienen en registreren

Slide 11 - Slide

Gereedmaken van medicatie (eventueel: malen)
- Maak de medicijnen klaar volgens de geldende voorschriften.
- Werk geconcentreerd en zorg dat je niet gestoord wordt bij het gereedmaken van medicatie.
- Zoveel mogelijk werken vanuit GDS
Kan dit niet; herkenbaar houden tot bij zorgvrager

Klaarzetten, aanreiken, toedienen
- Evt. afspraken over manier van toediening maken met zorgvrager (Hulp of niet?)
- Afspraken vastleggen in zorgdossier
- Aftekenen op toedienlijst
- Observatie of afspraken nog steeds gelden zoals is vastgelegd

Wijzigen medicatie
- Wijzigen alleen door voorschrijver
- Niet zelf als zorgverlener de medicatie aanpassen op med. lijst

Controleren, toedienen en registreren
VOORBEREIDING
- als je bekwaam bent, ben je bevoegd medicijnen toe te dienen.
- op basis van een door de apotheek aangeleverde actuele toedienlijst.
- Wees bij het toedienen extra alert op losse medicatie, ‘zo nodig’ medicatie, wijzigingen in medicatie en medicatie op afwijkende tijden.
- Voor medicatie in snel wisselende hoeveelheden wordt vaak, naast de toedienlijst, gewerkt met aparte kaarten waarop de hoeveelheid staat, bijvoorbeeld een insulinekaart.
- Werk bij een voorbehouden en risicovolle handeling (bijvoorbeeld injectie) op basis van een schriftelijke opdracht (uitvoeringsverzoek) van de arts.
- Observeer voor toediening de situatie van de cliënt: is er iets bijzonders aan de hand wat reden is om niet de medicatie te geven en met een arts te overleggen?

CONTROLEREN
- Controleer bij losse medicatie: juiste cliënt, juiste medicijn, juiste hoeveelheid, juiste tijd, juiste vorm.
- Controleer bij medicatie in medicatierol: klopt het aantal tabletten, komt de tekst op het etiket van het zakje (bij GDS) overeen met de gegevens van de toedienlijst.
- Neem bij onjuiste inhoud van GDS en bij twijfel altijd contact op met apotheek en/of arts volgens afspraken binnen de organisatie.
- Zorg waar nodig voor dubbele controle volgens de afspraken binnen de organisatie.

TOEDIENEN EN REGISTRATIE
- Dien de medicatie toe zoals voorgeschreven.
- Na toedienen (of aanreiken of klaarzetten, wat is afgesproken), teken je op de toedienlijst af per medicijn (ook bij GDS) dat je die handeling hebt gedaan. - - De paraaf moet duidelijk naar de medewerker te leiden zijn, bijvoorbeeld door eerste letter van voor- en achternaam.
- Geef aan als de medicatie niet is toegediend of ingenomen. Doe dit op de manier die is afgesproken met elkaar in de organisatie. Geef ook het waarom aan (in het zorgdossier).
- Bewaar de toedienlijst conform de afspraken. Maak afspraken over hoe om te gaan met oude toedienlijsten. Er mag geen verwarring bestaan over wat de meest actuele lijst is. Zorg dat er altijd maar één toedienlijst in het dossier van de cliënt aanwezig is. Van oude toedienlijsten moet in één oogopslag duidelijk zijn dat zij niet meer actueel zijn.
- Signaleer en registreer de werking en eventuele bijwerkingen in het zorgdossier.
- Adviseer de cliënt om bijwerkingen te melden aan de arts, of meld het in overleg met de cliënt, zelf.
- Meld incidenten volgens afspraken in de zorgorganisatie. Bespreek en leer van deze incidenten.
Dubbelcheck
https://www.zorgvoorbeter.nl/medicatieveiligheid/dubbele-controle


door apotheek
door zorgvrager zelf
door collega

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Link

This item has no instructions

Dubbelcheck medicatie
Bijvoorbeeld bij
- losse, risicovolle medicatie (bijv. opiaten, insuline)
- alle intraveneuze medicatie
- medicatie die opgelost/ berekend moet worden


Lijst van medicatie waar altijd dubbelcheck op gedaan moet worden:



Teksthttps://www.knmp.nl/downloads/dubbel-te-controleren-lijst-juli2019.pdf

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Melden medicatiefouten

MIC: 
  • Melding Incidenten     Cliënten

Melden en leren van fouten en incidenten

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Na vandaag is het volgende klaar
  • twee uitgewerkte casussen uit de reader met je leerteam
  • vier SKILLs opdracht zijn uitgewerkt met je leerteam
  • Individueel opdrachten digitaal uit het boek mensen afgerond: 11.4/11.5/11.6/11.8 (bekwaam en bevoegd/regel van vijf/ wet en regelgeving/ recept en medicatie))

Slide 16 - Slide

This item has no instructions