Par. 2.2 Botten bewegen les 2

1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 2 - Bewegen
toets week voor de kerstvakantie
Het skelet

Toets: week 50

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 2.2 botten bewegen 



Aan het eind van Par 2.2 kun je:
- Je kan 4 beenverbindingen opnoemen.
- Je kan de werking van een kogelgewricht, een scharniergewricht en een rolgewricht beschrijven.
- Je kan de bouw van een gewricht beschrijven.

Slide 3 - Slide




Herhalen botten:

Slide 4 - Slide

Succes !
opperarmbeen
teenkootje
dijbeen
sleutelbeen
schedel
heupbeen
kuitbeen

Slide 5 - Drag question

Slide 6 - Video





Topgangers, Zoolgangers en Teengangers

Slide 7 - Slide

Zoolgangers
  • De mens is een zoolganger
  • Ze lopen op de hele voet

Slide 8 - Slide

Teengangers
  • Sommige dieren lopen op de tenen
  • Bijvoorbeeld Katten

Slide 9 - Slide

Topganger
  • Sommige dieren lopen op de toppen van de tenen
  • Bijvoorbeeld Paarden
  • Hoeven om de tenen
  • Daarom ook wel hoefgangers

Slide 10 - Slide

Maken
Eerste 8 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 2.2
Maken: opdracht 12 t/m 15

Klaar? Maken samenvatting of testjezelf 

timer
8:00

Slide 11 - Slide

Let op:

Volgende les SO Par 2.1 & 2.2!

We herhalen de stof van par 2.1 & 2.2 in de volgende dia's:



Slide 12 - Slide

Leerdoelencheck
Welke soort beenverbinding kan al vanaf de geboorte niet bewegen?
A
vergroeiing
B
kraakbeen
C
naadverbinding
D
gewricht

Slide 13 - Quiz

Welke 3 soorten gewrichten ken jij?

Slide 14 - Open question

Een gewricht bevat laagjes kraakbeen. Wat is een functie van deze laagjes kraakbeen?
A
Ze zorgen ervoor dat de botten niet slijten
B
Ze houden botten van een gewricht op hun plaats
C
Ze maken de botten van een gewricht buigzamer
D
Ze zorgen ervoor dat een gewricht kan bewegen

Slide 15 - Quiz

Kijk naar de afbeelding. Hoe wordt nummer 4 genoemd?
A
gewrichtsknobbel
B
gewrichtssmeer
C
gewrichtskom
D
gewrichtsbanden

Slide 16 - Quiz

Je ziet hier een gewricht. Hoe heet onderdeel 3?
A
bot
B
beenweefsel
C
kraakbeen
D
gewrichtssmeer

Slide 17 - Quiz

Uit welke delen bestaat het skelet?
A
Schedel en ledematen en armen
B
Romp, ledematen en armen en benen
C
Schedel, romp, ledematen
D
Schedel, romp, ledematen en armen en benen

Slide 18 - Quiz


Hoe heten de groen gekleurde botten?
A
Halswervels
B
Borstwervels
C
Lendewervels
D
Heiligbeen

Slide 19 - Quiz

Uit welke botten bestaat de borstkas?
A
borstbeen en ribben
B
ribben en wervels
C
borstbeen, ribben en wervels
D
borstbeen en ribben

Slide 20 - Quiz