M3S Week 8

1 / 51
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3,4

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Today's plan
At the end of this class, you will know how to tackle citation questions and open questions. 

At the end of this class, you will have started practicing with answering a citation question. 

*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 2 - Slide

vraagsoort: citation questions

Slide 3 - Slide

citation questions 

Slide 4 - Slide

Citation questions: an example

Slide 5 - Slide

Citation questions: an example

Slide 6 - Slide

Citation questions: an example
timer
2:00

Slide 7 - Slide

Citation questions: an example

Slide 8 - Slide

Aan de slag

Make text C3 + C4 + C8 for tomorrow in your examenbundel. 
Done?
 Continue with reading exercises in Holmwoods 

Slide 9 - Slide

Citation questions: an example

Slide 10 - Slide

Citation questions: an example

Slide 11 - Slide

Check the other answers: C5 & C7
C5: 1 = D
C7: 2= D -> "what I've learnt is that children respond best to a range of activities, that they work better in groups than one-to one and that the exercise must always be fun" (alinea 3)
C7: 4B "Being a lifelong runner and the mother of a nine-year-old, these finding struck a particular chord" (alinea 2)

Slide 12 - Slide

examen succes gesprekken
In je rooster staat een examen succes gesprek gepland. Dit is samen met meneer Lux en soms de mentor. Je ouders worden ingebeld. De bedoeling is dat je samen naar de cijfers gaat kijken en waar mogelijkheden liggen. Je maakt concrete afspraken en krijgt per onvoldoende vak een studieplanner, die je de komende week moet gaan invullen samen met mentor of vakdocent. Na de vakantie ga je hiermee aan de slag.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Today's plan
At the end of this class, you will know how to tackle open questions. 

At the end of this class, you will have started practicing with answering open questions. 

*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 15 - Slide

vraagsoort: open questions

Slide 16 - Slide

open questions 

Slide 17 - Slide

Citation questions: an example

Slide 18 - Slide

Citation questions: an example

Slide 19 - Slide

Citation questions: an example
timer
2:00

Slide 20 - Slide

Citation questions: an example

Slide 21 - Slide

Aan de slag

Make text C11 for Thursday
Done?
 Continue with reading exercises in Holmwoods 

Slide 22 - Slide

Citation questions: an example

Slide 23 - Slide

Citation questions: an example

Slide 24 - Slide

Citation questions: an example

Slide 25 - Slide

Thursday
Dictionary practice. 
Please make sure to bring your dictionaries with you:
EN-NL
NL-EN 
& other 
Don't forget to finish text C11

Slide 26 - Slide

Het einde van de laatste zin van deze ingezonden brief ontbreekt. Kies bij 2 het juiste antwoord.
A
in despair
B
in peace and quiet
C
none the wiser
D
with a beeping noise

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Slide

vraagsoort: gesloten vragen

Slide 29 - Slide

P. 53 gesloten vragen

Tip: Maak je te veel fouten met deze soort vraag? Zorg dan dat je eerst zelf een antwoord probeert te geven VOORDAT je de antwoorden leest. Zit jouw antwoord daarbij? Kies dan het correcte antwoord. 

Slide 30 - Slide

P. 53 gesloten vragen
A) meerkeuzevragen  B) invul-meerkeuze vragen 
stap 1: lees de vraag en de antwoorden,  zorg dat je ze goed begrijpt. 
stap 2: zoek de woorden op die je niet snapt. Te veel opzoeken? Niet meer dan 3 bij korte teksten en niet meer dan 6 bij  lange teksten. 
Verbreed je woordenschat -> basiswoordenlijst p. 259

Slide 31 - Slide

Flatly refuse the shoes 

stap 1: snap je de vraag? 
stap 2: gaat de vraag over de gehele tekst of een alinea?

stap 3: lees de tekst en probeer zelf een antwoord te formuleren Zonder naar het antwoord te kijken. 

Slide 32 - Slide

Welke reden geeft de schrijver voor dit advies?
A
Het staat nogal ordinair bij de meeste vrouwen
B
Je kunt er alleen op lopen als je gespierd bent.
C
Ze zijn buitengewoon ongemakkelijk in gebruik.

Slide 33 - Quiz

P. 54 gesloten vragen
2) meerkeuze-invulvragen 
stap 1: lees de zin voor en na de invulplek heel goed door. 
stap 2: bekijken de antwoorden en probeer de betekenis van de woorden te raden of zoek ze op. 
stap 3: vul de antwoorden 1 voor 1 in en kijk of het een goedlopende zin wordt. Signaalwoorden = letten op verband. 

Slide 34 - Slide

P. 53 gesloten vragen

Tip: Maak je te veel fouten met deze soort vraag? Zorg dan dat je eerst zelf een antwoord probeert te geven VOORDAT je de antwoorden leest. Zit jouw antwoord daarbij? Kies dan het correcte antwoord. 

Slide 35 - Slide

P. 53 gesloten vragen
A) meerkeuzevragen  B) invul-meerkeuze vragen 
stap 1: lees de vraag en de antwoorden,  zorg dat je ze goed begrijpt. 
stap 2: zoek de woorden op die je niet snapt. Te veel opzoeken? Niet meer dan 3 bij korte teksten en niet meer dan 6 bij  lange teksten. 
Verbreed je woordenschat -> basiswoordenlijst p. 259

Slide 36 - Slide

Flatly refuse the shoes 

stap 1: snap je de vraag? 
stap 2: gaat de vraag over de gehele tekst of een alinea?

stap 3: lees de tekst en probeer zelf een antwoord te formuleren Zonder naar het antwoord te kijken. 

Slide 37 - Slide

Welke reden geeft de schrijver voor dit advies?
A
Het staat nogal ordinair bij de meeste vrouwen
B
Je kunt er alleen op lopen als je gespierd bent.
C
Ze zijn buitengewoon ongemakkelijk in gebruik.

Slide 38 - Quiz

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Check the other answers 
4 D
5 A
6 A 

Slide 43 - Slide

Make text C5 & C7 

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide

Today's plan
At the end of this class, you will know how to tackle open questions. 

At the end of this class, you will have started practicing with answering open questions. 

*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 46 - Slide

basis woordenschat 

Slide 47 - Slide

Wat betekent to acquire?
A
verklaren
B
aanpassen
C
verwerven
D
aantasten

Slide 48 - Quiz

Wat betekent additional?
A
verslaafde
B
tiener
C
leeftijd
D
extra

Slide 49 - Quiz

Wat betekent to acquire?
A
erkennen
B
verwerven
C
beschuldigen
D
verklaren

Slide 50 - Quiz

Wat betekent affection?
A
aantasten
B
genegenheid
C
voordeel
D
gevorderd

Slide 51 - Quiz