herhaling AFP PER 2

Spijsverteringstelsel
1 / 40
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Spijsverteringstelsel

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over spijsvertering?

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

Wat doet de alvleesklier?
A
Geeft insuline af aan het bloed
B
Geeft insuline af aan de lever
C
Geeft insuline af aan de maag
D
Geeft insuline af aan de gal

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

4. Etenswaren leggen de volgende route af: mondholte, keelholte, slokdarm, maag, ____ , dikke darm
A
dunne darm
B
alvleesklier
C
lever
D
galblaas

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

spijsvertering en uitscheiding

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

In de keelholte komen de neusholte, mondholte, strottenhoofd en slokdarm samen. Wat sluit de neusholte af tijdens het slikken?
A
mondholte
B
de huig
C
amandelen
D
strotklepje

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Mond gezondheid staat los van andere ziekten

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Wat is de Ziekte van Crohn?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Wat is de ziekte van Crohn?
  • Ontstekingen/zweren in de darmen (waarbij de gehele darmwand is ontstoken). Meestal de de dunne darm, de dikke darm en/of de endeldarm.
  • Symptomen
  • Diagnose 
  • Behandeling

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Symptomen
Ziekte van Crohn

Afvallen
Diarree
koorts
Buikpijn
vermoeidheid
Bloederige ontlasting

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wat is lactose intolerantie?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Ontsteking van de keelamandelen wordt veroorzaakt door?
A
Virus
B
Bacterie
C
Griep
D
Koorts

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat is reizigers diarree?

Slide 14 - Mind map

This item has no instructions

Malabsorptie
Ontstaat wanneer door een tekortschietende spijsvertering of absorptie voedingsstoffen onvoldoende in het bloed worden opgenomen vanuit het maag-darmkanaal. 
Oftewel een verstoring van de vertering, absorptie en het vervoer (door het bloed en de lymfe) van voedingsstoffen.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Tegen welke voedingsmiddel kan je niet tegen als je coeliakie hebt?
A
Melk
B
Fruit
C
Brood
D
Rijst

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Welk begrip hoort erbij

een verstopping van de darmen waardoor de ontlasting harder is
A
obstipatie
B
rumineren
C
decubitus
D
incontinentie

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Ouderen hebben vaak minder beweging dan jongere mensen. Welke gevolg kan dat hebben voor de spijsvertering?
A
leiden tot diaree
B
leiden tot meer maagsappen
C
verstopping

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Dunne darm
In de dunne darm vindt het belangrijkste deel van de spijsvertering plaats. Hier worden spijsverteringssappen en enzymen uit de alvleesklier en galblaas aan het voedsel toegevoegd. 

De enzymen breken het voedsel af naar kleinere deeltjes: voedingsstoffen. Deze voedingsstoffen komen via de darmwand in het bloed terecht. 

De dunne darm bestaat achtereenvolgens uit
1 de twaalfvingerige darm
2 de nuchtere darm
3 de kronkeldarm.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Dikke darm
Voedsel dat niet verteerd kan worden gaat naar de dikke darm om poep te worden. Het is eerst nog een waterdunne brij. 

Functie:
In de dikke darm worden vocht en zouten uit de brij gehaald. Zo ontstaat er dikke poep. 


Poep doet er gemiddeld 12 tot 24 uur over om door de dikke darm en endeldarm te gaan. Als dit te snel gaat, is er te weinig vocht uit de poep gehaald en krijgt u diarree.
Gaat het te langzaam? Dan is er juist teveel vocht uit de poep gehaald en kun je last krijgen van verstopping (obstipatie).

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Hoe wordt het eerste deel van de dunne darm genoemd?
A
Kronkel darm
B
Twaalfvingerige darm
C
Nuchtere darm

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Slokdarm
Dikke darm
Maag
Dunne darm
Anus

Slide 22 - Drag question

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

Met maagzweer wordt bedoeld dat
In de wand van de maag en de dunne darm kunnen zweren ontwikkelen.
Er is een bacteriën die zich in de spijsverteringskanaal bevindt, deze veroorzaakt de zweren.

Een zweer is een ontsteking aan het lichaamsoppervlakte.

deze zweren kun je met medicijnen behandelen. als er complicaties optreden kan  een operatie noodzakelijk zijn.
Objectief symptoom van een blinde darm ontsteking.
A
Koorts
B
Buikpijn
C
Misselijk
D
Rugpijn

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de functie van het ademhalingsstelsel?

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

neusholte
tong
huig
strotklepje
slokdarm
luchtpijp
keelholte

Slide 26 - Drag question

This item has no instructions

Dit onderdeel zorgt ervoor dat er geen eten of drinken in je neus terecht komt tijdens het slikken
A
strotklepje
B
huig
C
tong
D
neusamandelen

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Welke organen horen bij het ademhalingsstelsel?

Slide 28 - Mind map

This item has no instructions

Benoem een aantal aandoeningen aan het ademhalingsstelsel

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Wat is een belangrijke functie van de neusholte?
A
Door ademen
B
De ademhaling. De neusholte verwarmt en bevochtigt de ingeademde lucht.
C
Ophoping van neusslijmvlies
D
Het weg houden van bacteriën

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Bij de lage ademhaling zit het accent van de beweging in de buik en rug

A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Rondom de longen zitten twee vliezen: het longvlies en borstvlies.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

longblaasjes
De longblaasjes zorgen voor de uitwisseling van zuurstof en afvalstoffen. Dat gaat via hele kleine bloedvaatjes, die om de longblaasjes heen liggen.

 

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Besmetting van tuberculose gaat via
A
De huid
B
Druppels
C
Bloed
D
Een Virus

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Astma gaat bij kinderen soms in combinatie
met eczeem of allergie

A
Juist
B
onjuist

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Wat is COPD?

Slide 36 - Open question

This item has no instructions

Bij slaapapneu
A
Heb je een vergrote kans op hart en vaatziektes
B
Heb je meer kans op diabetes
C
Heb je kans op een leveraandoening
D
Werkt je alvleesklier niet

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Slaapapneu
Wat kun je doen tegen slaapapneu?
Wat zijn de symptomen van slaapapneu?
Wat zijn risico’s om slaapapneu te krijgen?

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn de symptomen van bronchitis?

Slide 39 - Open question

This item has no instructions

Rondvraag
Vragen?

Slide 40 - Slide

This item has no instructions