Herhalingsles thema 5

Herhalingsles thema 5
1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhalingsles thema 5

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen
Basisstof 1 t/m 5

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Energierijke stoffen -> zijn afkomstig van organismen. Denk aan glucose, koolhydraten, eiwitten en vetten. Er zit hier energie in.
Energiearme stoffen -> komen voor in de levenloze natuur. Denk aan CO2, water, gassen en zuurstof. 

Slide 4 - Slide

Verbranding

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Producent -> (planten) maken hun eigen voedsel
Consument -> (dieren) hebben andere organismen nodig om te overleven
Reducent -> (schimmels en bacteriën) breken dode resten van organismen af. 

Slide 7 - Slide

Planteneters -> eten alleen planten
Vleeseters -> eten andere dieren
Alleseters -> eet zowel planten als dieren

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Wat is fotosynthese?
A
het maken van voedsel
B
het maken van water
C
het maken van voedsel en zuurstof
D
Het maken van koolstofdioxide

Slide 15 - Quiz

Wat krijg je door fotosynthese?
fotosynthese:
koolstofdioxide + water + licht => glucose + zuurstof

Mineralen zijn nodig om van glucose eiwitten en vetten te maken, maar dat is geen fotosynthese
A
zuurstof
B
glucose (suiker)
C
water
D
koolstofdioxide

Slide 16 - Quiz

Wat heb je niet nodig voor fotosynthese?
fotosynthese:
koolstofdioxide + water + licht => glucose + zuurstof

Mineralen zijn nodig om van glucose eiwitten en vetten te maken, maar dat is geen fotosynthese
A
mineralen
B
zonlicht
C
water
D
koolstofdioxide

Slide 17 - Quiz

Wat zijn organismen die energiearme stoffen omzetten in energierijke stoffen?
A
Consumenten
B
Herbivoren
C
Predatoren
D
Producenten

Slide 18 - Quiz

wat zijn de energierijke stoffen
A
eiwitten, mineralen, vetten
B
alle stoffen
C
eiwitten, koolhydraten en vetten
D
vitaminen en eiwitten

Slide 19 - Quiz

Wat heb ik nodig voor verbranding?
A
Zuurstof
B
CO2
C
Brandstof
D
Water

Slide 20 - Quiz

Wat zijn producenten?
A
Organismen die zonlicht omzetten in energie
B
Organismen die hun eigen voedsel maken, zoals planten
C
Organismen die dood organisch materiaal afbreken
D
Organismen die andere organismen eten

Slide 21 - Quiz

Wat doen reducenten?
A
Zetten abiotische stoffen om in biotische
B
Eten dode dieren op
C
Zetten biotische stoffen om in abiotische
D
Eten humus op van afvaleters

Slide 22 - Quiz

Wat is een consument?
A
Iemand die goederen maakt
B
Iemand die goederen en diensten koopt
C
Iemand die werkt voor geld
D
Iemand die vrijwilligerswerk doet

Slide 23 - Quiz

Wie is of zijn hier de
consument(en)
A
radijs
B
radijs en konijn
C
konijn
D
konijn en uil

Slide 24 - Quiz

Voedselketen
Voedselweb

Slide 25 - Drag question

Maak de voedselketen!

Slide 26 - Drag question

Wat zijn abiotische factoren?
A
De invloeden afkomstig van de levende natuur
B
De invloeden afkomstig van de levenloze natuur
C
Alle relaties tussen organismen en hun milieu
D
A en B

Slide 27 - Quiz

Wat zijn biotische factoren?
A
Invloeden afkomstig van de mens
B
invloeden afkomstig van het milieu
C
Invloeden afkomstig van dieren
D
Invloeden afkomstig van de levende natuur

Slide 28 - Quiz

Wat is een ecosysteem?
A
planten
B
dieren
C
planten en dieren
D
hoe planten en dieren met elkaar samen leven.

Slide 29 - Quiz

Hoefganger
Teenganger
Zoolganger

Slide 30 - Drag question