Mens & gezondheid: thema 1

Wat is biologie
A
alles over levende wezens
B
alles over levenloze stoffen
C
over hoe de mens in elkaar zit
D
over dieren
1 / 29
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wat is biologie
A
alles over levende wezens
B
alles over levenloze stoffen
C
over hoe de mens in elkaar zit
D
over dieren

Slide 1 - Quiz

Wat is een levensverschijnsel?
A
Leven
B
waarnemen
C
Dood gaan.

Slide 2 - Quiz

Gemaaid gras is:
A
Levenloos
B
Levend
C
Dood

Slide 3 - Quiz

Wat is een organismen?
A
Levend wezen
B
Een groep organen die samenwerken
C
Hart

Slide 4 - Quiz

Wat is er afgebeeld op het plaatje?
A
Cellen
B
Organismen
C
Organenstelsels

Slide 5 - Quiz

Organen bestaan uit kleine deeltjes die noemen we:
A
Kiem
B
Zaadlobben
C
Cellen
D
celkern

Slide 6 - Quiz

Ontwikkeling betekent:
A
Verandering in de bouw van een organismen.
B
Het groter en zwaarder worden van een organismen.
C
Een organismen wordt ouder.

Slide 7 - Quiz

Fotosynthese kan plaatsvinden in...
A
Planten
B
Dieren
C
Bacteriën
D
Schimmels

Slide 8 - Quiz

Een organisme vertoont geen levensverschijnselen meer...
A
Dood
B
Levend
C
Levenloos

Slide 9 - Quiz

Een organisme vertoont altijd alle levensverschijnselen
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

Wat is de juiste volgorde van groot naar klein?
A
Organisme, Orgaan, Orgaanstelsel, Cel, Weefsel
B
Organisme, Orgaanstelsel, Orgaan, Cel, Weefsel
C
Organisme, Orgaanstelsel, Orgaan, Weefsel, Cel
D
Orgaanstelsel, Orgaan, Weefsel, Cel, Organisme

Slide 11 - Quiz

Bij welke organismen komt het levenskenmerk uitscheiden voor?
A
Bij alle organismen
B
Alleen bij dieren
C
Alleen bij planten

Slide 12 - Quiz

Welk orgaanstelsel wordt hier weergegeven?
A
Verteringsstelsel
B
Eetstelsel
C
Bloedvatenstelsel
D
Zenuwstelsel

Slide 13 - Quiz

Welk orgaanstelsel zie je op de afbeelding?
A
Bloedvatenstelsel
B
Beenderstelsel
C
Ademhalingsstelsel
D
Zenuwstelsel

Slide 14 - Quiz

wat hoort bij het volgende orgaanstelsel:
- alle botten in je lichaam
-taak: stevigheid geven aan je lichaam
A
bloedvatenstelsel
B
beenderstelsel(skelet)
C
verteringsstelsel
D
ademhalingsstelsel

Slide 15 - Quiz

Hoe noemen we het orgaanstelsel waar hart en bloedvaten onderdeel van zijn?
A
Zenuwstelsel
B
Bloedsomloopstelsel
C
Bloedvatenstelsel
D
Uitscheidingsstelsel

Slide 16 - Quiz

wat hoort bij het volgende orgaanstelsel:
- mond- slokdarm - maag - darmen
- kleiner maken van voedsel = verteren
A
bloedvatenstelsel
B
beenderstelsel(skelet)
C
verteringsstelsel
D
ademhalingsstelsel

Slide 17 - Quiz

wat hoort bij het volgende orgaanstelsel:
-neus - mond - luchtpijp - longen
- opnemen van zuurstof in je lichaam
A
bloedvatenstelsel
B
beenderstelsel(skelet)
C
verteringsstelsel
D
ademhalingsstelsel

Slide 18 - Quiz

wat is een orgaanstelsel
A
een groep cellen die samen één functie uitoefenen
B
een groep organen dat samen één functie uitoefent
C
meerdere weefsels die samen één functie uitoefenen

Slide 19 - Quiz

Wat voor cel is nummer 1?
A
Plant
B
Schimmel
C
Dier
D
Bacterie

Slide 20 - Quiz

Wat voor cel is nummer 3?
A
Plant
B
Schimmel
C
Dier
D
Bacterie

Slide 21 - Quiz

Wat heeft een cel van een plant WEL en cellen uit andere rijken NIET?
A
vacuole
B
celwand
C
celkern
D
bladgroenkorrels

Slide 22 - Quiz

Hebben cellen van mensen andere kenmerken dan cellen van dieren?
A
Ja
B
Nee

Slide 23 - Quiz

Dit is een microscopische afbeelding van...
A
Plantaardige cellen
B
Dierlijke cellen
C
Bacteriën
D
Schimmelcellen

Slide 24 - Quiz

Dierlijke cellen hebben een...
A
Celwand
B
Celmembraan
C
Vacuole
D
Bladgroenkorrels

Slide 25 - Quiz


Wat is waar?
A
Cel 1: plantaardige cel Cel 2: dierlijke cel
B
Cel 1: Bacterie Cel 2: dierlijke cel
C
Cel 1: dierlijke cel Cel 2: plantaardige cel
D
Cel 1: Schimmelcel Cel 2: plantaardige cel

Slide 26 - Quiz

Welke cel heeft cytoplasma?
A
Plantaardige cel
B
Dierlijke cel
C
Plantaardige en dierlijke cellen
D
Geen van beiden

Slide 27 - Quiz

Welke cel heeft bladgroenkorrels?
A
Plantaardige cel
B
Dierlijke cel
C
Plantaardige en dierlijke cellen
D
Geen van beiden

Slide 28 - Quiz

Welke 4 rijken kennen we?
A
Dieren, schimmels, planten, bacteriën
B
Schimmels, mensen, planten dieren

Slide 29 - Quiz