Voorbereiding cardiologie

• verpleegkunde
• MBO
• Studiejaar 2

Cardiologie 

VP 20A en 20 B

Wat gaan we doen?

• Dagopening door 20B lt 3
• Hoofdstukken doorgelezen en test je kennis gemaakt?
• Wat weet ik nog over wetgeving?

Wat staat er beschreven in de beroepscode voor verpleegkundigen en verzorgenden?

1. Mijn eigen normen en waarden
2. Eisen voor het medisch tuchtcollege
3. Hoe ik me in de maatschappij moet gedragen
4. Normen en waarden voor de beroepsgroep

Wat valt niet onder de WGBO?

1. Toestemming geven voor behandeling
2. Verplichting tot goed hulpverlenerschap
3. Stappenplan noodzakelijk voor inzet van vrijheidsbeperkende maatregelen
4. Inzage in dossier

Doelstelling 

• De student kan benoemen wat de pre en post operatieve zorg(onderzoeken) inhouden bij cardiologische aandoeningen en welke verpleegkundige aandachtspunten hierbij belangrijk zijn.
  

Actie!

Ga met je gekregen onderdeel van de bloedsomloop in de goede volgorde staan van zuurstofarm naar zuurstofrijk.

Hulpmiddel

Vena cava inferior en superior = onderste en bovenste holle aders

Atrium = boezem

Ventrikel = kamer

Tricuspidaal kleppen = tussen re boezem en re kamer

Pulmonalis kleppen = 

Mitralis kleppen = tussen li boezem en li kamer

Aortakleppen = 

Antwoord

1. Vena cafa inferior en vena cafa superior, 
2. re atrium
3. tricuspidalis klep
4. re ventrikel
5. pulmonalis klep 
6. arteria pulmonalis  
7.  longen
8. vena pulmonalis 
9. li atrium 
10. mitralis klep
11.  li ventrikel
12. aorta klep 
13.  aorta

Prikkelgeleidingssysteem

1. sinusknoop
   
2. av knoop
   
3. bundel van his
   
4. bundeltakken
   
5. purkinje vezels
   

Noem eens 2 verschillen tussen een arterie en een vene?

Antwoord

Arterie	Vene
Zuurstofrijk, voedingsstoffen Uitzondering arterie pulmonalis die zuurstofarm bloed vervoert naar de longen	Zuurstofarm; C02 en afvalstoffen (poortader vervoert zuurstofarm maar voedingstofrijk bloed naar de lever)
Van het hart af	Naar het hart toe
Dikke spierwand, stevig, elastisch, glad en liggen dieper, hogere bloeddruk; pulserend/pompend.	Dunne slappe wand en liggen oppervlakkig, niet pulserend. Kunnen meer bloed bevatten en uitzetten.
Alleen halvemaanvormige kleppen aan begin van aorta en arterie pulmonalis	Kleppen om ervoor te zorgen dat het bloed de juiste kant opgaat.
Vertakkingen, de arteriolen die uitlopen in haarvaten, waar bloedstroom langzaam is zodat uitwisseling plaats kan vinden van zuurstof, voedingstoffen en afvalstoffen.	Niet.

En nu.....

• Formuleer een leervraag m.b.t. cardiologie en werk hier de komende 2 weken aan, noteer jouw leervraag in bestand Teams onder planning.
• Ga in 2-tallen de presentatie van cardiologie (staat ook in Teams) bekijken, beluisteren en bespreken, noteer eventuele vragen, terugkoppeling 10.10.

Noteer 2 belangrijke verpleegkundige aandachtspunten voor zorgvragers met een cardiologische aandoening

Antwoord

• Altijd observatie/controle vitale functies
• Observatie cyanose centraal en perifeer
• Observatie benauwdheid/kortademigheid
• Controle gewicht en observatie oedeem
• Observatie pijnklachten (rust)
• Observatie angst, onrust
• Observatie werking en bijwerking medicatie
• Bedcomplicaties
• Slaapstoornissen
• Psychosociale ondersteuning/hartrevalidatie

Ik weet nu meer over cardiologie............

😒🙁😐🙂😃

Aan de slag