Oefeningen voor SO 1

1 / 33
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

El complemento directo
Het lijdend voorwerp
las respuestas
1. las - las (verwijst naar patatas, vrouwelijk meervoud)
2. la (verwijst naar tarta, vrouwelijk enkelvoud)
3. los (verwijst naar huevos, mannelijk meervoud)
4. lo (verwijst naar té, mannelijk enkelvoud)

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Las respuestas
A.
1. - d
2. – h
3. – a
4. – g
5. – f
6. – e
7. – c
8. – b

B.
1. ¿Tiene queso manchego?
2. ¿Cuánto quieres?
3. Deme medio kilo, por favor.
4. ¿Eso es todo?
6. ¿Cuánto cuestan los tomates?
6. €1,50 por kilo 
 7. ¿Cuánto es?

Slide 4 - Slide

Schrijf het woord op in het Spaans. 

Slide 5 - Slide

het ei

Slide 6 - Open question

de sardientjes

Slide 7 - Open question

de melk

Slide 8 - Open question

de olijfolie

Slide 9 - Open question

het stokbrood

Slide 10 - Open question

de ham

Slide 11 - Open question

Maak de volgende sleepvraag.

Slide 12 - Slide

medio kilo de
un litro y medio de
una bolsa de
una botella de
un paquete de
cien gramos de
una lata de

Slide 13 - Drag question

Vul het ontbrekende woord in. 

Slide 14 - Slide

¿...................cuesta?

Slide 15 - Open question

¿...............desea?

Slide 16 - Open question

.....................un kilo de tomates, por favor.

Slide 17 - Open question

Zet de dialoog in de goede volgorde.

Slide 18 - Slide

1. 
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
Aquí tiene.
¿Cómo los quiere?
Adiós
Son 5 euros con 40.
Sí, dos kilos de patatas. Eso es todo. ¿Cuánto es?
Muy bien. ¿Algo más?
Muchas gracias, adiós.
No muy verdes.
Buenos días, quería un kilo de tomates por favor.

Slide 19 - Drag question

Vul de juiste vorm van het werkwoord in.
e-->ie

Slide 20 - Slide

querer, yo

Slide 21 - Open question

preferir, ellos

Slide 22 - Open question

cerrar, nosotros

Slide 23 - Open question

pensar, tú

Slide 24 - Open question

entender, vosotros

Slide 25 - Open question

empezar, Paco

Slide 26 - Open question

Vul het lijdend voorwerp in:
lo/la/los/las

Slide 27 - Slide

Los huevos, ........ compro yo.

Slide 28 - Open question

El aceite de oliva, ...... compra José.

Slide 29 - Open question

Las manzanas, ..... compramos nostros.

Slide 30 - Open question

La mantequilla, ....... compra Carmen.

Slide 31 - Open question

TIPS:

- Leer ook de vertalingen van de werkwoorden e > ie
- Vergeet het woordje DE niet.
- Focus je op de spelling (quizlet)
- Leer niet te veel woordjes in 1x, denk aan herhaling.
                         
                                      Por ejemplo: 3 latas de coca cola


Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide