De grenzensteller (assertief gedrag)
De bepaler (bepalend/concurrerend gedrag)
De leider (leidend/initiatiefnemend gedrag)
De helper (aanmoedigend/servicegericht gedrag)
De ondersteuner (dienstbaar/meewerkend gedrag)
De volger (volgend/afhankelijk gedrag)
De stille (teruggetrokken, mokkend gedrag)
De opstandige (kritisch, rebels gedrag)