This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
theorie Argumentatie
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
Aan het einde van de les:
- Weet je welke argumentatieschema's er zijn en kun je ze herkennen
- Weet je weer welke argumentatiestructuren er zijn
- Kun je een blokjesschema tekenen bij een argumentatie
Slide 2 - Slide
Planning deze les
Herhaling theorie vorige les
Nieuwe theorie: structuren
Oefenen
Keuze
Slide 3 - Slide
Planning deze week
Vandaag: argumentatiestructuren (blokjesschema)
woensdag: argumentatieschema's
donderdag: oefentoets/vragen stellen
Slide 4 - Slide
Herhaling theorie
Wat is het verschil tussen een feitelijk en waarderend argument?
Wat is een tegenargument?
Wat is een weerlegging?
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Nieuwe theorie
Slide 7 - Slide
4 vormen van argumenteren
Enkelvoudige argumentatie
Nevenschikkende argumentatie
Onderschikkende argumentatie (afhankelijk en onafhankelijk)
Slide 8 - Slide
Ik vind het fijn om online les te krijgen
Ik kan zelf mijn tijd indelen.
Enkelvoudige argumentatie
want/omdat
Slide 9 - Slide
Volgens specialisten presteren leerlingen beter in een ouderwets onderwijssysteem
Ze luisteren beter naar de docenten in de klas dan in een digitale les.
Nevenschikkende argumentatie (onafhankelijk)
Ze hebben de structuur van een reguliere schooldag nodig.
want
want
en
Slide 10 - Slide
Zij is erg geschikt voor deze
nieuwe baan.
Je moet ervaring hebben om dit werk te doen.
Nevenschikkende argumentatie (afhankelijk)
Ze heeft al vijf jaar bij de concurrent gewerkt.
want
want
en
Slide 11 - Slide
De hoofdact, Billie Eilish, kwam niet opdagen.
Onderschikkende argumentatie
Het laatste Lowlandsfestival was slecht.
Haar vliegtuig had vertraging waardoor ze het festival miste.
want
want
Slide 12 - Slide
Volgens specialisten presteren leerlingen beter in een ouderwets onderwijssysteem
Ze luisteren beter naar de docenten in de klas dan in een digitale les.
Onderschikkende en nevenschikkende argumentatie
Ze hebben de structuur van een reguliere schooldag nodig.
De docenten zien ook beter of de leerlingen opletten
want
want
want
Slide 13 - Slide
Basisschema's
Enkelvoudige argumentatie
Nevenschikkende argumentatie
Onderschikkende argumentatie
Slide 14 - Drag question
Let op
Je hoeft niet alle blokjes te gebruiken
Slide 15 - Slide
Onze stamkroeg is er met de nieuwe eigenaar niet op vooruitgegaan. De bediening is nu erg slecht. Ik heb laatst een half uur moeten wachten vóór ik kon bestellen.
Standpunt
Argument 1
Subargument 1
Argument 2
Subargument 2
De bediening is nu erg slecht.
Ik heb laatst een half uur moeten wachten vóór ik kon bestellen.
Onze stamkroeg is er met de nieuwe eigenaar niet op vooruitgegaan.
Slide 16 - Drag question
Je kunt beter met de trein gaan dan met de auto. Je hebt meer dan één glas bier op en er wordt veel gecontroleerd de laatste tijd.
Standpunt
Argument 1
Subargument 1
Argument 2
Subargument 2
Je kunt beter met de trein gaan dan met de auto.
Je hebt meer dan één glas bier op
Er wordt veel gecontroleerd de laatste tijd.
Slide 17 - Drag question
Je kunt maar beter niet op Texel wonen. Het waait er altijd en het leven is er erg duur. Alles moet immers met de boot gebracht worden.
Standpunt
Argument 1
Subargument 1
Argument 2
Subargument 2
Alles moet immers met de boot gebracht worden.
Het waait er altijd
Je kunt maar beter niet op Texel wonen.
Het leven is er erg duur
Slide 18 - Drag question
Ik begrijp goed hoe ik van een argumentatie een blokjesschema kan maken.