Gaswisseling en Uitscheiding BS2: Longventilatie

Goedemorgen!
This is the place to   Bio
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Goedemorgen!
This is the place to   Bio

Slide 1 - Slide

Vorige les
  1. Je kunt van delen van het ademhalingsstelsel de functies en kenmerken noemen.
  2. Je kunt beschrijven hoe zuurstof en koolstofdioxide door het bloed worden getransporteerd.
  3. Je kunt bij insecten en vissen beschrijven hoe gaswisseling plaatsvindt en hoe zuurstof naar de cellen wordt vervoerd.

Slide 2 - Slide

Thema 3: Gaswisseling en Uitscheiding
Basisstof 2: Longventilatie

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
  1. Je kunt uitleggen op welke wijze longventilatie tot stand komt.
  2. Je kunt beschrijven hoe het longvolume verandert tijdens ventilatiebewegingen.
  3. Je kunt beschrijven hoe de ademfrequentie wordt geregeld.

Slide 4 - Slide

Interpleurale ruimte
Ruimte tussen longvlies en borstvlies, gevuld met vloeistof.

     In de interpleurale ruimte
 heerst een negatieve druk (lager dan de buitendruk)

Slide 5 - Slide

Klaplong
Om longweefsel zit het longvlies. Deze ligt tegen het borstvlies aan.
Het borstvlies is vergroeid met de ribben en de tussenliggende spieren.

Als er lucht komt tussen het longvlies en het borstvlies is er sprake van een klaplong. De long ‘klapt’ in elkaar. Deze lucht kan met een drain worden verwijderd.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

longventilatie
Longventilatie zijn de bewegingen die  nodig zijn om lucht van binnen naar buiten te krijgen en andersom.

Bij iedere ademhaling wordt het zuurstofgehalte verhoogd en bij iedere uitademing wordt het koolstofdioxidegehalte verlaagd.

Het koolstofgehalte in het bloed zorgt voor een ademprikkel in de hersenstam.

Slide 8 - Slide

Longventilatie
In de longblaasjes vindt gaswisseling plaats 
Rest van de luchtwegen vindt geen gaswisseling plaats = de "dode ruimte"




Hoe kan dit verklaard worden?
Longblaasjes
O2 13%
In -->
O2 20%
Uit <--
O2 16%

Slide 9 - Slide

Borstademhaling
(ribademhaling)
Buikademhaling
(middenrifademhaling)

Slide 10 - Slide

Borstademhaling

Slide 11 - Slide

Buikademhaling

Slide 12 - Slide

Ademvolume
Het ademvolume is de hoeveelheid lucht die je uitademt in rust. Bij de inademing zijn er wel spieren betrokken. De uitademing gaat onder invloed van de zwaartekracht.
Binas 83B

Slide 13 - Slide

Respirogram (1)
Binas 83B
  • Inspiratoir reservevolume (IRV) = lucht die bij een diepe inademing extra wordt ingeademd
  • Expiratoir reservevolume (ERV) = lucht die bij een diepe uitademing extra wordt uitgeademd
  • Restvolume (RV) = lucht die na diepe uitademing achterblijft in de longen 


V = ademvolume
IRV = inspiratoir reservevolume
ERV = expiratoir reservevolume
RV = restvolume
VC = vitale capaciteit
TC = (Totale) Longcapaciteit

Slide 14 - Slide

Respirogram (2)
  • Ademvolume (V): het ademvolume is de hoeveelheid lucht die je uitademt in rust.
  • Vitale capaciteit (VC): de vitale capaciteit is de hoeveelheid lucht die je uitademt na een hele diepe inademing en een krachtige uitademing.
  • Totale longcapaciteit (TC): de longcapaciteit is de werkelijke inhoud van de longen. TC = VC + RV



V = ademvolume
IRV = inspiratoir reservevolume
ERV = expiratoir reservevolume
RV = restvolume
VC = vitale capaciteit
TC = (Totale) Longcapaciteit

Slide 15 - Slide

Ademprikkel
  • De chemoreceptoren (zintuigcellen) in de aortaboog meten de pCO2 van het bloed.
  • De zintuigcellen sturen impulsen naar het ademcentrum (hersenstam).
  • Het ademcentrum stuurt impulsen naar de tussenrib- en middenrifspieren
  • Je ademhaling (diepte/snelheid) wordt aangepast.




Slide 16 - Slide

Rekreceptoren
Rekreceptoren meten de mate van rekking in de longen. Bij het afgeven van een impuls wordt de inademing geremd.

Slide 17 - Slide

Aan de slag
Lezen blz.131 t/m 134
Maken: opdr. 20 t/m 24

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Leerdoelen
  1. Je kunt uitleggen op welke wijze longventilatie tot stand komt.
  2. Je kunt beschrijven hoe het longvolume verandert tijdens ventilatiebewegingen.
  3. Je kunt beschrijven hoe de ademfrequentie wordt geregeld.

Slide 20 - Slide

Ik heb de leerdoelen van deze les onder de knie
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Wat vind je lastig/moeilijk?

Slide 22 - Open question