A3D les 19/9_ het bijvoeglijk naamwoord

1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

  • DELF (do 7e en 8e uur)?
  • On parle
  • Portfolio correction exercices
  • Het bijvoeglijknaamwoord


Slide 2 - Slide

Quel temps fait-il aujourd'hui?

Slide 3 - Slide

beschrijf ogen en haar
maak een hele zin.

Slide 4 - Slide

Sta op en maak een kring.
Na het signaal verander je van partner.
A
Toi, tu................

Beschrijf de ogen
en het haar van B



B
Et toi, tu.................

Beschrijf de ogen 
en het haar van A

Slide 5 - Slide

Portfolio: présenter quelqu'un
  • Correction des exercices jusqu'à la page 9

 

Slide 6 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord

Slide 7 - Slide

Exemples en néerlandais
Het witte huis
De slimme jongen
Het huis is mooi
Jij bent groot 

Slide 8 - Slide

adjectifs
en français

Slide 9 - Mind map

Het bijvoeglijk naamwoord
1. de vorm

2. de plaats


Herhaling van 2e klas,  let op er staat niet alles in je boek
Hou je aan deze uitleg!

Slide 10 - Slide

de vorm
  • Hoofdregel:
Un vélo bleu
Une voiture bleue
Des vélos bleus
Des voitures bleues 

  • Let op : als het bijv. n.w. eindigt op -s of op -x  voeg je geen extra -s  of -x 
le chat gris -> les chats gris    il est amoureux -> ils sont amoureux
-
e
s
es

Slide 11 - Slide

Onregelmatige vormen in de vrouwelijke vorm
als het bijv. naamwoord eindigt op:
-ien -> ienne          l'homme italien/ la femme italienne
- eux -> euse          le garçon est joyeux/ la fille est joyeuse
- if -> ive                   je suis actif/elle est active
- er -> ère *              le premier tatouage/ la première cicatrice
- on -> onne*          il est mignon / elle est mignonne
*toevoegen blz 30

Slide 12 - Slide

heel onregelmatige vormen
man
vr
mvd man.
mvd
vr
beau
belle
beaux
belles
mooi
nouveau
nouvelle
nouveaux
nouvelles
nieuw
vieux
vieille
vieux
vieilles
oud
blanc
blanche
blancs
blanches
wit

Slide 13 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord
1. de vorm

2. de plaats

Slide 14 - Slide

de plaats van het bijv. naamwoord
  • Hoe zit het in het Nederlands? 
  • voor het z.n.w   -> een serieuze leerling, een rode stift

  • Hoe zit het in het Frans?
  • achter het z.n.w. ->  un élève sérieux, un stylo rouge

Slide 15 - Slide

Uizonderingen...voor het z.n.w.
bon
haut
jeune
gros
beau
long
vieux
mauvais
joli
petit
grand
méchant
+ nouveau en de rangtelwoorden premier...dernier

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Devoirs
Réviser (herhalen): vocabulaire A + B page 24
Apprendre: het bijvoeglijk naamwoord (zie aantekening en A4 op Elo/studiewijzer)
  • de vorm
  • de plaats
Faire:  exercices 15a,c,d,e/16ad/17 pages 30-33
        

Slide 18 - Slide