Klas 2 les 3.1

Planning
  • Paragraaf 3.1 IJs, water en waterdamp
  • Opgaven maken 
  • Opgaven nakijken
1 / 26
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Planning
  • Paragraaf 3.1 IJs, water en waterdamp
  • Opgaven maken 
  • Opgaven nakijken

Slide 1 - Slide

Water
Water komt in de natuur voor: 
  • Als vaste stof: ijs
  • Als vloeistof: (vloeibaar) water
  • Als gas: waterdamp

Slide 2 - Slide

Fasen
De fasen van stoffen:
  • Vaste stof
  • Vloeistof
  • Gas

Slide 3 - Slide

Welke fase heeft
de stof hiernaast?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas
D
Nat

Slide 4 - Quiz

Welke fase heeft
de stof hiernaast?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas
D
Hard

Slide 5 - Quiz

Wat is precies gasfase? 

Slide 6 - Slide

Welke fase heeft
de stof bij letter A?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas
D
Doorzichtig

Slide 7 - Quiz

Welke fase heeft
de stof bij letter B?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas
D
Doorzichtig

Slide 8 - Quiz

Vloeibaar
Vast
Gas

Slide 9 - Drag question

Kristalstructuur

Slide 10 - Slide

Soorten neerslag
  • Regen, sneeuw en hagel
  • Dauw: kleine waterdruppeltjes. BV: ochtends grassprieten/bladeren nat van dauw
  • Rijp: enorm aantal kleine ijskristallen. BV: Rijp kan boomtakken en grassprieten prachtig wit maken.
  • IJzel: koude regen die bevriest wanneer hij de bevroren grond aanraakt. BV: IJslaagje kan ontstaan, is altijd doorzichtig. Kan straten spiegelglad maken.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Welk soort neerslag
zie je hier?
A
Dauw
B
Rijp
C
IJzel
D
Sneeuw

Slide 15 - Quiz

Welk soort neerslag
zie je hier?
A
Hagel
B
Rijp
C
IJzel
D
Sneeuw

Slide 16 - Quiz

Welk soort neerslag
zie je hier?
A
Dauw
B
Rijp
C
IJzel
D
Regen

Slide 17 - Quiz

Welk soort neerslag
zie je hier?
A
Dauw
B
Rijp
C
IJzel
D
Sneeuw

Slide 18 - Quiz

Welk soort neerslag
zie je hier?
A
Dauw
B
Rijp
C
IJzel
D
Sneeuw

Slide 19 - Quiz

Welk soort neerslag
zie je hier?
A
Dauw
B
Rijp
C
IJzel
D
Regen

Slide 20 - Quiz

Maken (vanaf blz 54)
  • Huiswerk: 3 t/m 5, 7 en 8
  • Extra opgaven makkelijk: 1 en 2
  • Extra opgaven moeilijk: 9 t/m 12

Slide 21 - Slide

  • a) Het water is in de gasvormige fase, omdat je het niet kunt zien.
  • b) Het water is in vloeibare fase: je ziet kleine waterdruppeltjes die in de lucht zweven (als een wolkje)
  • c) Het water is stoom bij A. Stoom bestaat uit waterdamp en is dus onzichtbaar.

Slide 22 - Slide

  • In dichte mist worden je haren nat

Slide 23 - Slide

  • a) In de vloeibare fase . De kleine ijspegels zijn ontstaan doordat het water dat langs de tak naar beneden is gedruppeld, is bevroren.
  • b) In de vaste fase, want het water verandert niet meer van vorm.

Slide 24 - Slide

  • De ijzel is stevig en hard, de rijp is brokkelig.

Slide 25 - Slide

  • IJzel is een harde en gladde laag ijs, waar je schoenzolen weinig grip op hebben.
  • Rijp bestaat uit losse kristallen waar je schoenzolen wel grip op hebben. Daardoor glijden je schoenzolen niet snel weg op een berijpte ondergrond.

Slide 26 - Slide