les 17 - HV2 - martes 28 de enero 2025

Les 17 - HV2 - martes 28 de enero 2025
1 / 18
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Les 17 - HV2 - martes 28 de enero 2025

Slide 1 - Slide

¿Qué hacemos hoy? (Wat doen we vandaag?)

  • Bespreken toetscijfers toetsweek (5m)
  • We herhalen het werkwoord 'ir' + a + heel werkwoord (20m)
  • We oefenen leestekst C (20m)
  • Korte break (5m)
  • Oefenen met de getallen (15m)

Slide 2 - Slide

Werkwoord  ir (=gaan)
ik ga
voy
jij gaat
vas
hij/zij gaat
va
wij gaan
vamos
jullie gaan
vais
zij gaan
van

Slide 3 - Slide

Voorbeelden...
1. Voy a vivir en Rotterdam.
2. Vamos a hablar sobre (=over) la escuela.
3. Ella va a escuchar (=luisteren) la radio.
4. Él va a llevar (=dragen) un vestido nuevo.
5. Ellos van a comer pizza hoy.
6. ¿Vais a comprar ropa nueva?

Slide 4 - Slide

Belangrijke werkwoorden
comprar
descansar
beber
ir de compras
kopen
uitrusten
drinken
winkelen
comer
hacer
buscar
dar un paseo
eten
doen
zoeken
wandelen

Slide 5 - Slide

Opdracht met het ww 'ir' 
Je maakt 6 Spaanse zinnen
In iedere zin gebruik
je een ander onderwerp

Gebruik de woordenschat 
van H5 
yo
ik
jij
él/ella
hij/zij
nosotros
wij
vosotros
jullie
ellos
zij (mv)
timer
10:00

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Leestekst bron C - TB blz. 44
EL BLOG DE LA MODA MADRILEÑA

  • Lees de tekst goed door
  • Maak uit je werkboek opgave 7a + 7c (blz.44)
               Je mag antwoord geven in het NL
timer
15:00

Slide 8 - Slide

Antwoorden 7a + 7c
7a.                     1a - 2b - 3c
7c.                      1. Bea houdt van sportieve kleding
                            2. Kleding, tassen en sneakers
                            3. Spijkerbroeken kosten maar €10,00 euro
                            4. Het is soms een chaos in de winkel & ze moet                                       vaak in de rij bij de paskamer
                             5. Bij de stripboeken & bij de cd's/dvd's 
                             6. ?? 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Los números
Tengo trece años.

Tengo dos hermanos.

Son las diez. 

Slide 11 - Slide

Los números 20 - 100 
veinte = twintig
veintiuno = eenentwintig

treinta = dertig
treinta y cinco = vijfendertig

Slide 12 - Slide

746
110
249
15
83
421
950
Schrijf de getallen links voluit op in je schrift

Slide 13 - Slide

Welke getallen zijn dit?
seiscientos veintiuno
ciento doce
cuatrocientos treinta y siete
novecientos dieciocho
sesenta y ocho
quinientos cincuenta y tres

Slide 14 - Slide

Had je dit goed?
seiscientos veintiuno
621
ciento doce
112
cuatrocientos treinta y siete
437
novecientos dieciocho
918
sesenta y ocho
68
quinientos cincuenta y tres
553

Slide 15 - Slide

Komende 2 lessen: extra oefeningen H5

- grammatica van het werkwoord 'ir'
- het bezittelijk voornaamwoord
- de getallen t/m 1000
- lezen & luisteren oefenen 
- frases claves (bron E)

Slide 16 - Slide

Los deberes (wo 29 januari)

  • Doorlezen bron H (getallen t/m 1000)
  • L: woordjes 5.1

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide