H3 (kgt)

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 3

GETALLEN

KGT

wat is de waarde van 3 in het getal 13024

1. 3
2. 300
3. 30
4. 3000

Wat is de waarde van 3 in het getal 1352

1. 3
2. 300
3. 30
4. 3000

Zet de getallen in volgorde van klein naar groot.

35

305

350

3005

1

3

4

2

+

-

x

:

som

verschil

product

quotiënt

65 : 5 is een

1. Som
2. Verschil
3. Product
4. Quotiënt

Bij een product vermenigvuldig je twee getallen

1. Waar
2. Niet waar

Bij een som tel getallen bij elkaar op

1. Waar
2. Niet waar

Bij een quotiënt vermenigvuldig je getallen met elkaar

1. Waar
2. Niet waar

Sleep de woorden naar de bijbehorende berekening

8 + 1 = 19

12 - 7 = 5

2 × 4 = 8

24 : 3 = 8 

Som

Verschil

Product

Quotiënt 

Wat is de som van 20 en 5

1. 4
2. 15
3. 100
4. 25

Wat is het verschil van 35 en 7

1. 5
2. 28
3. 42
4. 245

Wat is het product van 100 en 2

1. 200
2. 102
3. 98
4. 50

Wat is het quotiënt van 56 en 4

1. 60
2. 52
3. 14
4. 224

Volgorde van bewerkingen bij bereken van 4 + (3-1) x 5 =

Stap 1

Stap 2

Stap 3

+ en - van Links naar Rechts

Haakjes

x en : van Links naar Rechts

8 + 5 x (3 + 9)=
Wat reken je eerst uit bij deze som?

1. 8 + 5
2. 3 + 9
3. 5 x 3

Bereken deze opgave:
8 + 5 x (3 + 9) =

Toepassen

Rond 15,60389 af op 1 decimaal

1. 15,0
2. 15,5
3. 15,6
4. 15,7

rond 6,89159 af op één decimaal

1. 6,8
2. 6,89
3. 6,9
4. 7,0

rond 4,4999 af op twee decimalen

1. 4,55
2. 4,6
3. 4,59
4. 4,50

Zijn er nog vragen?