Fictie: les 5

Welkom!

Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!
timer
10:00
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom!

Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les..

  • ... kun je de stijl van een schrijver beschrijven.
  • ... kun je uitleggen waarom een bepaalde stijl je wel of niet aanspreekt.
  • ... kun je figuurlijk taalgebruik herkennen, zoals beeldspraak en stijlfiguren.

Slide 2 - Slide

Herhaling 
1.  Uit welke stappen bestaat het conflictmodel?

2. Leg uit wat motieven zijn. Wat is het verschil met symbolen?

3. Wat is het verschil tussen een onderwerp en een thema?
timer
2:00

Slide 3 - Slide

Schrijfstijl
In literatuur gaat het niet alleen om wat je schrijft (inhoud), maar ook om hoe je het schrijft (stijl). 


Er kwam een man binnen die struikelde en bijna viel.
Dit is wát er gebeurd, maar hoe kan je dat opschrijven?

Slide 4 - Slide

Schrijfstijl: waar let je op?
  • Let op de zinsbouw (korte, lange zinnen)
  • Woordkeuze: veel bijvoeglijk naamwoorden? 
  • Woordkeuze: moeilijke of makkelijke woorden? 
  • Ouderwetse woorden (archaïsch)
  • Nieuwe woorden (Neologismen) 
  • Gebruikt de schrijver veel dialogen of niet? 
  • Wordt de ruimte (omgeving) uitgebreid beschreven? 
  • Gebruikt te schrijver beeldspraak? Hoe? Herken je die ja of nee? 

Slide 5 - Slide


Figuurlijk taalgebruik

                 
         Metafoor

Slide 6 - Slide

 "De wind fluisterde zachtjes door de bomen, alsof hij geheime verhalen vertelde aan iedereen die wilde luisteren."

"De oude klok in de hoek van de kamer zuchtte vermoeid terwijl hij de uren wegtikte, alsof hij verlangde naar een welverdiende rust."

Figuurlijk taalgebruik

Personificatie:
een vorm van beeldspraak waarbij levenloze zaken, niet-menselijke levensvormen of abstracte begrippen menselijke eigenschappen krijgen

Slide 7 - Slide

Humor/ spot
Zelfspot: grapjes kunnen maken om jezelf en je eigen tekortkomingen
''Als schrijver ben ik zo georganiseerd dat ik mijn notities altijd kwijt ben. Mijn bureau lijkt wel een slagveld van papieren en pennen, maar hé, chaos is ook een vorm van orde, toch?"
Sarcasme: bijtende spot: bedoeld om te kwetsen
''Oh top, nog een e-mail van mijn docent op zaterdagochtend. Precies wat ik nodig had om mijn weekend compleet te maken. Bedankt voor de constante stroom van werkplezier!"
Ironie: milde spot: het tegenovergestelde zeggen van wat je bedoelt
''Het was een prachtige zomerdag, perfect voor een picknick. Natuurlijk begon het precies op dat moment te regenen. Maar ach, wie houdt er nou niet van een beetje onverwachte verfrissing?''

 

Slide 8 - Slide

Woordkeus
Eenvoudige zinnen v.s. complexe zinnen





Slide 9 - Slide

Lees dit stukje en kijk naar stijl
Let op zinsbouw, woordkeuze, ruimte en beeldspraak
"Maar het hoogtepunt van mijn geluk moest nog komen. Het arriveerde de eerste week van september achter op een boerenkar en ging bijna verloren tussen de rijkversierde karossen die de hele dag af en aan reden. Ik stond verscholen tussen de keuken en de bijgebouwen naar al die pracht te kijken."

Slide 10 - Slide

Wat kun je zeggen over dit stukje uit "Een schitterend gebrek" van Arthur Japin (dat gaat over Lucia, de eerste liefde van Casanova)

Slide 11 - Open question

Zelf aan de slag
  • Maak Cursus 3,  par. 4, :
  • opdr 1
  • opdr. 2 óf 3 (kies de tekst uit die je het leukst lijkt)
  • opdr. 4

Ben je klaar?
1. Lezen in je leesboek.
2. Leren voor een toets.

Slide 12 - Slide