This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Geschiedenis
Introductie
Les 7 Het Christendom
Geschiedenis
Slide 1 - Slide
De Romeinen geloofden in één god
A
Juist
B
Onjuist
Slide 2 - Quiz
Welke spelen hielden de Romeinen hier?
A
Gladiatoren spelen
B
Olympische spelen
C
Paardenrennen
D
Gevecht spelen
Slide 3 - Quiz
Waar of niet waar? De Romeinen streefden naar rust in de veroverde gebieden dit noem je de Pax Romana.
A
waar
B
niet waar
Slide 4 - Quiz
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga
Slide 5 - Slide
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen hoe het christendom ontstond en waarom dit een belangrijke godsdienst werd.
Slide 6 - Slide
Joden in het Romeinse Rijk (1)
Leefden in de provincie Judea
Romeinen veroveren dit gebied rond het jaar 1
Spanningen tussen Romeinen en Joden: Romeinen geloven in meerdere goden (polytheïsme), Joden maar in één god (monotheïsme).
Slide 7 - Slide
Joden in het Romeinse Rijk (2)
Joden erkennen de Romeinse goden niet
Julius Caesar maakt uitzondering voor Joden, maar dan moeten ze wel extra belasting betalen
Extra belastingen zorgen voor onrust, opstanden en uiteindelijk oorlog (Joodse Oorlog: 66-70 n. Chr.)
Slide 8 - Slide
Verovering en vernietiging van Jeruzalem door de Romeinen
Slide 9 - Slide
Joodse Diaspora (verstrooiing)
Slide 10 - Slide
Jodendom
Eerste grote monotheïstische
godsdienst op aarde
=
Er is maar 1 god.
Slide 11 - Slide
Jezus van Nazareth
Jezus is een Joodse man die rondreist in de streek Palestina en vertelt dat God goede mensen beloont en slechte mensen straft.
Jezus krijgt veel aanhangers.
De Romeinen vinden hem daarom gevaarlijk. Ze nemen hem gevangen en kruisigen hem, de straf voor een opstandige slaaf.
Slide 12 - Slide
Christenen in het Romeinse Rijk
Het Christendom verspreidt zich snel in het Romeinse Rijk.
De goede wegen en de aantrekkingskracht van het geloof (gelijkheid in de hemel, mysterieus en interessant) zorgen ervoor dat veel mensen christen worden.
Christenen gebruikten zelden het kruis als symbool. Ze gebruikte liever het Chi Rho-teken: de eerste twee letters van de naam Christus in het Grieks. De twee letters naast het teken zijn de alpha (α) en de omega (Ω): de eerste en laatste letter van het Griekse alfabet. Hiermee gaven ze aan dat Jezus het begin en het einde was.
Slide 13 - Slide
Christenen in het Romeinse Rijk
Het Christendom verspreidt zich snel in het Romeinse Rijk.
De goede wegen en de aantrekkingskracht van het geloof
zorgen ervoor dat veel mensen christen worden.
De verspreiding van het Christendom in het Romeinse Rijk.
Verspreiding rond het jaar 75.
Verspreiding rond het jaar 200.
Verspreiding rond het jaar 300.
Verspreiding rond het jaar 400.
Slide 14 - Slide
Christenvervolging
Maar christen zijn in het Romeinse Rijk is levensgevaarlijk!
Net als het Jodendom geloven de christenen maar in één god, en dat is niet de Romeinse keizer!
De Romeinse keizers laten daarom de christenen vervolgen en doden...
Onder sommige Romeinse steden bevonden zich catacomben waarin christenen (maar ook Joden) hun doden begroeven.
Veel van deze catacomben zijn mooi versierd met christelijke muurschilderingen.
De catacomben werden soms ook gebruikt voor kerkdiensten, omdat het boven de grond te gevaarlijk was om openlijk voor je geloof uit te komen.
Slide 15 - Slide
Christenvervolging
Maar christen zijn in het Romeinse Rijk is levensgevaarlijk!
Net als het Jodendom geloven de christenen maar in één god,
en dat is niet de Romeinse keizer!
De Romeinse keizers laten daarom de christenen vervolgen en doden...
Voor de leeuwen gooien, was een gebruikelijk doodstraf voor christenen tijdens hun vervolgingen in het Romeinse Rijk.
Het moet een gruwelijk spektakel zijn geweest, maar wat vooral indruk op de toeschouwers maakte was dat de christenen soms niet gingen vechten met de leeuwen, maar bidden tot hun god.
De toeschouwers waren verbijsterd, maar ook nieuwsgierig: als je toch zoveel vertrouwen in je god hebt, dan moet het wel een hele goede god zijn.
Slide 16 - Slide
Christenvervolging
Maar christen zijn in het Romeinse Rijk is levensgevaarlijk!
Net als het Jodendom geloven de christenen maar in één god,
en dat is niet de Romeinse keizer!
De Romeinse keizers laten daarom de christenen vervolgen en doden...
Keizer Nero was één van de felste tegenstanders van de christenen. Hij gaf hen de schuld van de grote brand van Rome (die hij vermoedelijk zelf had laten stichten) en liet hen op de meest gruwelijke manieren aan hun eind komen.
Dit is een schilderij uit de 19e eeuw: Nero kijkt naar het lichaam van een christen die zojuist om het leven is gebracht.
Slide 17 - Slide
Wat zijn overeenkomsten tussen het Jodendom en het Christendom?
Slide 18 - Mind map
Is het Christendom monotheïstisch?
A
Ja
B
Nee
Slide 19 - Quiz
Welke religie is ouder?
A
Het jodendom
B
Het christendom
Slide 20 - Quiz
Waar is het Christendom ontstaan?
A
Marokko
B
Judea
C
Nederland
D
Italië
Slide 21 - Quiz
Rond het jaar 100 schreef de Romeinse historicus Tacitus:
‘In 64 was er een grote brand: de helft van Rome
brandde af. Al gauw werd verteld dat keizer Nero
de brand had laten aansteken, omdat hij ruimte nodig
had voor een nieuw paleis. Daarom gaf Nero de
christenen de schuld. Hij liet hen zwaar straffen.
Zo kregen zij beestenvellen aangetrokken om door
wilde honden verscheurd te worden, of ze werden
gekruisigd, of ze werden door vuur gedood: aan het
eind van de dag werden ze aangestoken om te dienen
als straatverlichting.’
Slide 22 - Slide
Constantijn de Grote
Christenen zijn ruim 3 eeuwen vervolgd in het Romeinse Rijk.
Door Constantijn de Grote komt daar een einde aan: kort voor een veldslag zou hij in een visioen een teken hebben gezien met daarbij geschreven de woorden dat de god van de christenen hem de zege belooft.
Hij won de veldslag en werd christen...
Constantijn de Grote ziet een christelijk teken. Gravure uit de 17e eeuw.
Slide 23 - Slide
...vermoedelijk was de werkelijkheid iets anders: er braken steeds meer rellen uit tussen christenen en Romeinen.
Constantijn bedacht de oplossing: godsdienstvrijheid voor de christenen.
Hij werd zelf pas christen vlak vóór zijn dood.
Een standbeeld van Constantijn de Grote, of eigenlijk Flavius Valerius Aurelius Constantinus. De naam 'de Grote' heeft niets te maken met zijn lengte of het feit dat hij een goede keizer was. Het is een titel die de christelijke kerk aan hem heeft gegeven voor zijn bijdrage aan het christendom.
Slide 24 - Slide
Staatsgodsdienst
In 380 gebeurt er iets bijzonders: keizer Theodosius verplicht iedereen om christen te worden.
Het christendom wordt staatsgodsdienst en alle andere godsdiensten worden verboden.
Iedereen die niet christen is wordt vervolgd en hij verbiedt de Olympische Spelen, omdat ze niet christelijk zijn.
Romeinse munt met het hoofd van Theodosius I de Grote
Slide 25 - Slide
Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde
Christenen worden vervolgd
Constantijn laat zich dopen
Christendom wordt staatsgodsdienst
Geloof verspreidt zich onder armen, vrouwen en slaven
Slide 26 - Drag question
Welke beweringen over het Christendom zijn goed en welke zijn fout? (herhaling H3)
Goed
Fout
Joden en romeinen zagen Jezus als onruststoker en gevaar.
Het christendom is een monotheïstische godsdienst.
Jezus werd gezien als de messias, door de joden.
Na een teken gezien te hebben voor een veldslag maakte keizer Constantijn het Christendom een staatsgodsdienst.
Slide 27 - Drag question
Sleep de woorden naar de juiste plaats in de tekst.
Jezus kreeg de naam ………1………. Veel mensen geloofden dat hij de ……2…….. van god was. De volgelingen van Jezus noemen we …..3… In het begin werden de christenen…4…. Keizer …5…. Maakte daar een einde aan. Hij liet …..6… bouwen. De verhalen over Jezus staan in de ………7………