2.3 - Burgers aan de macht

2.3. Burgers aan de macht
1 / 26
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

2.3. Burgers aan de macht

Slide 1 - Slide

Voorkennis
- Vier sociale groepen. Welke?
- Migranten. Waarom?
- Kunst. Bijzonderheid?
- Religie. Begrip?
- Wetenschappelijke Revolutie. Uitvinding?


Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Na deze les kun je uitleggen:
- hoe de Republiek werd bestuurd en waarom dat bijzonder was.
- dat de stadhouder en de regent soms verschillende belangen hadden en hier een voorbeeld bij geven.
- hoe de Gouden Eeuw tot een einde kwam. 


Slide 3 - Slide

Republiek was uniek in Europa 
2 verschillen t.o.v. rest van Europa:
1. Geen koning maar regenten

2. Nauwelijks centraal bestuur, maar zeven gewesten met een eigen bestuur (Gewestelijke Staten).

Slide 4 - Slide

Bestuur van de Republiek
  • Republiek werd bestuurd door klein groepje regenten: rijke mannen die vaak rijk waren geworden door handel
  • Nieuwe regenten werden benoemd door andere regenten
  • Macht van de regenten bleef bij een kleine groep rijke mannen bleef
  • Overal in Europa: besturen was een
mannenzaak 

Slide 5 - Slide

Een onafhankelijk bestuur 

  • Grote beslissingen: Verdediging van het land, Buitenlandse politiek en bestuur van de Koloniën: beslist door de Staten-Generaal
  • Een vergadering waar afgevaardigden uit alle gewesten bijeen kwamen, iedereen had 1 stem (Holland de meeste macht)

  • Stadhouder voerde het leger van de Republiek aan.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Vrouwen
In heel Europa weinig tot geen macht, ook niet in de Republiek.
Er waren wel vrouwelijke geleerden, ondernemers en kunstenaars.




Anna van Gelder

Slide 8 - Slide

Regenten en stadhouders
Stadhouder
Gaf leiding aan het leger en aan de vloot
Was in dienst van de gewestelijke staten (van de zeven gewesten)

Raadspensionaris van Holland
Adviserend aan de Staten Generaal
Had veel invloed en botste met de stadhouder => lees over de ruzie tussen Maurits en Johan v. Oldenbarnevelt  (blz. 80-81) 



Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Macht
 - De macht van de stadhouder was groot tijdens de Opstand, omdat deze ook legeraanvoerder was 
- 1648 - Einde aan de Opstand
- Stadhouder Willem II overleed in 1650 
- Er werd geen nieuwe stadhouder aangewezen => raadspensionaris werd machtigst

Slide 12 - Slide

Rampjaar - 1672
- Engeland, Frankrijk en twee Duitse staten vielen samen de Republiek aan => verschillende motieven
- Engeland => economisch: handel overnemen
- Frankrijk en Duitse staten=> politiek: grondgebied uitbreiden

Slide 13 - Slide

Moord op gebroeders De Wit
- Raadspensionaris Johan de Witt kreeg de schuld en werd vermoord door het volk (samen met zijn broer).

Slide 14 - Slide

Einde Gouden Eeuw
- De oorlogen met Engeland en Frankrijk waren slecht voor de handel. 
- Daardoor kwam er minder geld binnen en werden belastingen verhoogd
- Macht en rijkdom van Engeland en Frankrijk nam toe

Slide 15 - Slide

In welk opzicht was de VOC uniek in de wereld?
A
Eerste bedrijf met winst uit handel
B
Eerste bedrijf met aandelen
C
Eerste bedrijf in de handel met specerijen
D
Eerste bedrijf in de handel met slaven

Slide 16 - Quiz

Waar verdiende de VOC uiteindelijk het meeste aan?
A
De moedernegotie
B
De trans-atlantische slavenhandel
C
De aandelenhandel
D
De inter-Aziatische handel

Slide 17 - Quiz

Waar hield de WIC zich mee bezig?
A
specerijenhandel en slaven
B
Kaapvaart en specerijenhandel
C
Kaapvaart en slavenhandel
D
De moedernegotie en slavenhandel

Slide 18 - Quiz

Waarom was de Nederlandse Republiek in de Gouden Eeuw bijzonder?
A
Het ging met de handel goed
B
We waren een Republiek
C
Er was godsdienstvrijheid
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 19 - Quiz

Leg uit op welke manier de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden werd bestuurd

Slide 20 - Open question

Wie hadden de meeste macht in de Nederlandse Republiek?
A
De koning en zijn hofhouding
B
De regenten uit rijke families
C
Loonarbeiders
D
Ambachtslieden

Slide 21 - Quiz

I In de zeventiende eeuw waren er in de Republiek geen welvaartsverschillen.

II Het ontstaan van de VOC en de WIC was het gevolg van het handelskapitalisme in de Republiek.

A
I is fout en II is goed
B
Beide zijn goed
C
I is goed en II is fout
D
Beide zijn fout

Slide 22 - Quiz

Wat waren de twee belangrijkste redenen voor de immigratie in de Republiek in de zeventiende eeuw?
A
welvaart en godsdienstvrijheid
B
hoge bevolkingsdichtheid en welvaart
C
godsdienstvrijheid en democratie
D
godsdienstvrijheid en lage bevolkingsdichtheid

Slide 23 - Quiz

een gebied dat zichzelf bestuurt
aanvoerder van het leger van de Republiek
hier kwamen bestuurders samen om beslissingen te maken op landsniveau
hoogste ambtenaar van het gewest Holland en daarmee de hele Republiek
een bestuurder van een stad of gewest in de Republiek
Het jaar 1672, waarin de Republiek werd aangevallen door Engeland, Frankrijk en twee Duitse staten.
Staten-Generaal
raadspensionaris
regent
gewesten
stadhouder
Rampjaar

Slide 24 - Drag question

Wie kreeg de schuld van de gebeurtenissen in het het Rampjaar 1672?
Johan van Oldebarneveldt
Antonie van Leeuwehoek
Christiaan Huygens
Johan de Witt

Slide 25 - Poll

Waarom komt er een einde aan de Gouden Eeuw?
A
Omdat de VOC wordt opgeheven
B
Omdat de Republiek geen Stadhouder meer heeft
C
Omdat de oorlogen slecht waren voor de handel
D
Omdat Piet Hein de Zilvervloot verovert

Slide 26 - Quiz