In een groot deel van Rusland is de ondergrond altijd bevroren: permafrost . Alleen het bovenste laagje ontdooit in de zomer. Het dooiwater kan niet in de ondergrond wegzakken. Er vormt zich een blubberlaag van 30 cm tot enkele meters dik. De vele onverharde wegen in Rusland veranderen dan in modderpoelen. De Russen spreken van raspoetitza: ‘de tijd zonder wegen’. De automobilisten proberen de diepste sporen te vermijden om niet vast te komen zitten in de modder. Ze gaan steeds verder naast de eigenlijke weg rijden. De wegen worden hierdoor soms tientallen meters breed.