Mavo 3 - Kapitel 1 - E Grammatik

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Herzlich Willkommen!

Die Planung für heute

• Weißt es du noch?  (Wiederholung)
• Neue Lernstoff
• Aufgaben machen

Lesdoel

Je kunt de werkwoorden haben en sein in de verleden tijd gebruiken en je kunt het voltooid deelwoord gebruiken

Weißt du noch?

haben und sein (tegenwoordige tijd)

Jetzt folgen ein Paar Wiederholungsfragen

het werkwoord haben

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

habe

hast

hat

haben

habt

haben

het werkwoord sein

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

bin

bist

ist

sind

seid

sind

zet het werkwoord in de juiste vorm: wir .... (haben)

zet het werkwoord in de juiste vorm:
er .... (haben)

zet het werkwoord in de juiste vorm:
ich .... (haben)

zet het werkwoord in de juiste vorm:
ich .... (sein)

zet het werkwoord in de juiste vorm:
ihr .... (sein)

zet het werkwoord in de juiste vorm:
es .... (sein)

zet het werkwoord in de juiste vorm:
Sie .... (sein)

zet het werkwoord in de juiste vorm:
ihr.... (haben)

op een schaal van 1 tot 10: hoe goed beheers je 'haben' en 'sein' in de tegenwoordige tijd?

110

	sein	haben
ich	bin	habe
du	bist	hast
er/sie/es	ist	hat
wir	sind	haben
ihr	seid	habt
sie/Sie	sind	haben
volt. dw.	gewesen	gehabt

Op de volgende dia staat een linkje naar een video van Neue Kontakte Online.

Bekijk dat filmpje en keer terug naar LessonUp!

neuekontakte.digitaal.noordhoff.nl

Maak de volgende sleepopdracht van haben en sein, maar nu in de verleden tijd!!!

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

war

warst

war

waren

wart

waren

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

hatte

hattest

hatte

hatten

hattet

hatten

Ga nu naar NEUE KONTAKTE ONLINE en maak de opgaven 15 tot en met 18

Leer haben en sein goed. Zowel in de tegenwoordige tijd als ook in de verleden tijd.