d. Wordt het vermogen van het verwarmingselement daardoor groter, kleiner of blijft het gelijk? Licht je antwoord toe met behulp van formule(s).
De formules die we nodig hebben staan in BINAS T35D1. Om een antwoord op de vraag te geven moet je van de grootheid R naar de grootheid P redeneren. Dat kan met de wet van Ohm (U = I·R) en de formule voor het vermogen (P = U·I). De spanning blijft 230 V.
Wanneer de weerstand toeneemt in de wet van ohm bij een constante spanning, moet de stroomsterkte kleiner worden: U = I↓·R↑. Wanneer de stroomsterkte kleiner wordt in de formule voor vermogen, wordt het vermogen ook kleiner bij constante spanning: P↓ = U·I↓.
Dus het vermogen van het verwarmingselement wordt kleiner.