VWO 4 - 24 mars

Bonjour ! 
- Zet je camera aan

- Leg je telefoon naast je, we gaan het gebruiken


Fijne les! 
1 / 49
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Bonjour ! 
- Zet je camera aan

- Leg je telefoon naast je, we gaan het gebruiken


Fijne les! 

Slide 1 - Slide

Aujourd'hui 
- Herhalingsoefening
- Leesoefening

 Leerdoel : Jullie hebben de leesvaardigheid geoefend. 

Slide 2 - Slide

Ik geef hem een cadeau.

In het Frans?
A
Je le donne un cadeau
B
Je lui donne un cadeau
C
Je donne le un cadeau
D
Je donne lui un cadeau

Slide 3 - Quiz

Grammatica 
Een persoonlijk voornaamwoord in het Frans gaat voor het ww.

'Je lui donne un cadeau' 

Als jullie 'aan hem' zeggen (à lui) moeten jullie een meewerkend voorwerp gebruiken, dus 'lui'. 

Slide 4 - Slide

Ik koop hen.

In het Frans?
A
Je les achète
B
Je leur achète

Slide 5 - Quiz

Grammatica
Hier kunnen jullie niet 'aan hem' zeggen --> dus lijdend voorwerp

'Je les achète' 

Slide 6 - Slide

'Hij legt'.

In het Frans?
A
Il mets
B
Il met
C
Il mette
D
Il mettent

Slide 7 - Quiz

'Ik heb het geopend'.

In het Frans?
A
Je l'ai ouvert
B
Je le suis ouvert
C
Je l'ai ouvri
D
Je le suis ouvri

Slide 8 - Quiz

'Kijk!'
In het Frans?
(Regarder met tu + gebiedende wijs)
A
Regardes tu!
B
Tu regardes!
C
Regardes!
D
Regarde!

Slide 9 - Quiz

Grammatica
Met de gebiedende wijs moeten jullie niet het persoonlijk voornaamwoord als onderwerp schrijven / zeggen. 
Met tu moeten jullie de 'je-vorm' van de tegenwoordige tijd gebruiken. 

'Regarde

Slide 10 - Slide

'Kijk!'
In het Frans?
(Regarder met vous + gebiedende wijs)
A
Regardé!
B
Regarder!
C
Regardez!
D
Regardent

Slide 11 - Quiz

'Le chauffage est en panne'

'Chauffage' in het NL?

A
verwarming
B
bouw
C
raam
D
beeldhouwwerk

Slide 12 - Quiz

'Ils l'ont influencé'

'influencer' in het NL?

A
beïnvloeden
B
tentoonstellen
C
geven
D
maken

Slide 13 - Quiz


'opmerken' in het Frans?

A
remarquer
B
recommander
C
assister à
D
dépenser

Slide 14 - Quiz


'en bas' in het Frans?

A
op de voorgrond
B
op de achtergrond
C
bovenin / boven
D
onderin / beneden

Slide 15 - Quiz


'de schoonheid' in het Frans?

A
la lumière
B
l'oeuvre
C
la voix
D
la beauté

Slide 16 - Quiz

Informatie
31 maart : Formatief proefwerk over Grammatica A, B en C + Vocabulaire A, B en C. 

Alleen formatief, maar als jullie voldoende cijfers halen gaan die meetellen. 

Slide 17 - Slide

Leesopdracht
Jullie gaan 20 minuten krijgen om te lezen. De opdracht staat op magister (leesopdracht 2). 
Jullie moeten teksten 7, 8, 9, en 10 lezen. De teksten zijn kort, er zijn 13 vragen in totaal. Over 20 minuten gaan we de antwoorden checken met lessonup. 
Als jullie vragen hebben, aarzel niet om deze te stellen. 

Slide 18 - Slide

Leesopdracht
Vergeten niet om ergens te schrijven waar het antwoord in de tekst is! 

Aan de slag : teksten 7, 8, 9, en 10. 

Slide 19 - Slide

Tekst 7
Pourquoi Anne de Wijs a-t-elle vécu au «Congo» (ligne 7)?
A
Elle voulait aider les gens malades en Afrique
B
Elle voulait étudier les bonobos dans les forêts de Congo.
C
Son mari est d’origine africaine.
D
Son mari travaillait au Congo

Slide 20 - Quiz

Leesopdracht
 'mon mari était médecin pour une usine importante'

'mijn man was dokter voor een belangrijke fabriek'

Slide 21 - Slide

«Un jour, … sa maman.» (regels 15-27)
Geef van elk van de onderstaande beweringen aan of deze juist is of onjuist volgens
deze regels
Antoine voelde zich bij Anne meteen op zijn gemak
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

Leesopdracht
 'Je l’ai pris dans mes bras et tout de suite il m’a acceptée. '

'Ik omhelsde hem en hij accepteerde me meteen.'

Slide 23 - Slide

«Un jour, … sa maman.» (regels 15-27)
Geef van elk van de onderstaande beweringen aan of deze juist is of onjuist volgens
deze regels
De familie De Wijs heeft Antoine gevonden in het oerwoud.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

Leesopdracht
 'Un jour, un Africain a apporté un petit chimpanzé à mon mari.'

'Op een dag bracht een Afrikaan een kleine chimpansee naar mijn man..'

Slide 25 - Slide

«Un jour, … sa maman.» (regels 15-27)
Geef van elk van de onderstaande beweringen aan of deze juist is of onjuist volgens
deze regels
Kongolezen hebben de moeder van Antoine gedood.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quiz

Leesopdracht
 'La mère du petit avait été tuée dans la forêt. Les Congolais tuent les adultes pour les manger.'

'De moeder van de kleine was in het bos vermoord. De Congolezen doden de volwassenen om ze op te eten.'

Slide 27 - Slide

«Mes fils étaient très jaloux.» (lignes 40-41)
Pourquoi?
Parce que les bonobos
A
avaient beaucoup de bonnes choses à manger.
B
demandaient beaucoup d’attention à Anne.
C
étaient soignés par Laure.

Slide 28 - Quiz

«Je ne lavais pas les bonobos» (ligne 43)
Pourquoi?
Parce que
A
Anne avait trop peu de temps.
B
c’était la tâche du mari d’Anne
C
les bonobos n’aiment pas l’eau.
D
les bonobos se lavent eux-mêmes.

Slide 29 - Quiz

Leesopdracht
 'ils sont très propres, ils adorent se soigner.'

'ze zijn erg schoon, ze houden ervan om voor zichzelf te zorgen.'

Slide 30 - Slide

«Nous avons … de Stuttgart.» (regels 56-58)
In welke zin/welk zinsdeel wordt uitgelegd waarom de familie De Wijs de apen
meenamen naar Europa?
Citeer de eerste twee en de laatste twee woorden van de zin/het zinsdeel.

Slide 31 - Open question

Leesopdracht
 'Nos bonobos étaient encore trop petits pour les laisser seuls: ils ne savaient pas se nourrir et dans la forêt, ils n’auraient donc pas pu survivre'

'Onze bonobo's waren nog te klein om ze met rust te laten: ze wisten niet hoe ze zichzelf in het bos moesten voeden, dus ze hadden het niet kunnen overleven'

Slide 32 - Slide

Tekst 8

Wat is volgens Amerikaanse jongeren het grootste voordeel van chatten?
A
Chatten is goedkoper dan telefoneren.
B
Je kunt makkelijker over je gevoelens praten dan in een persoonlijk gesprek.
C
Je kunt snel een afspraak maken met méér personen tegelijk.

Slide 33 - Quiz

Leesopdracht
 '66% des 12-17 ans peuvent «dire des choses qu’ils n’auraient pas dit en face»'

'66% van de 12-17-jarigen kunnen "dingen zeggen die ze niet in hun gezicht zouden hebben gezegd"

Slide 34 - Slide

Tekst 9
«10 002 bisous en cinq heures»
Wat wilde Andrea Suwa hiermee bereiken?

Slide 35 - Open question

Tekst 10

«Comment garçon?» (lignes 7-8)
Qu’est-ce que l’auteur exprime ici?
A
De la surprise.
B
De la tristesse.
C
De l’irritation.

Slide 36 - Quiz

Leesopdracht
 'Quand on la voit aujourd’hui, on a des doutes. '

'Als we haar vandaag zien, twijfelen we."

Slide 37 - Slide

Tekst 10

Qu’est-ce qui est vrai selon les lignes 10-19?
A
Ddamali aime beaucoup son travail de mécanicienne
B
Ddamali aimerait un jour devenir mannequin.
C
Ddamali collectionne les petites autos.

Slide 38 - Quiz

Leesopdracht
 'Tête sous le capot d’une voiture, je suis dans mon élément!'

'Onder de motorkap van een auto ben ik in mijn element!'

Slide 39 - Slide

Tekst 10

«Une Ford de 1966» (lignes 21-22)
Qu’est-ce qu’on dit de cette voiture?
A
C’était la première voiture que Ddamali a pu acheter.
B
C’était une voiture qui était souvent en panne.
C
Grâce à cette voiture, Ddamali a découvert sa passion pour la mécanique automobile
D
Grâce à cette voiture, Ddamali a pu aller travailler la nuit.

Slide 40 - Quiz

Leesopdracht
 'C'est une vieille voiture qui a donné à Ddamali le virus de la mécanique.'

'Het is een oude auto die Ddamali het "virus" van mechanica heeft gegeven.'

Slide 41 - Slide

Tekst 10
À un moment (...) clients difficiles`
Elle a decide de
A
changer de travail
B
faire des etudes pour changer de travail
C
travailler dans un garage
D
vendre sa vieille Ford

Slide 42 - Quiz

Geef van elk van de onderstaande beweringen aan of deze juist is of onjuist volgens
de regels 30-43.
Ddamali was de jongste leerling van de klas.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 43 - Quiz

Leesopdracht
 'A 25 ans, j’étais la plus âgée des élèves'

'Ik was 25, dus ik was de oudste student'

Slide 44 - Slide

Geef van elk van de onderstaande beweringen aan of deze juist is of onjuist volgens
de regels 30-43.
Ddamali probeerde de beste van de klas te zijn.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 45 - Quiz

Leesopdracht
 ' Alors, je me disais que je devais travailler dur pour être la meilleure de la classe.'

'Dus ik zei tegen mezelf dat ik hard moest werken om de beste van de klas te worden.'

Slide 46 - Slide

Geef van elk van de onderstaande beweringen aan of deze juist is of onjuist volgens
de regels 30-43.

Ddamali werd enorm gestimuleerd door haar leraar.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 47 - Quiz

Leesopdracht
 ' Les autres élèves étaient pour la plupart des fils de mécaniciens, qui me disaient constamment que je n’étais pas
à ma place. Et le prof? Il disait la même chose! '

'De rest van de studenten waren meestal zonen van monteurs, die me steeds vertelden dat ik er niet thuishoorde. En de leraar? Hij zei hetzelfde!'

Slide 48 - Slide

Huiswerk
Grammatica A, B en C + woordenschat A, B en C herhalen 

--> Herhalingsles voor het proefwerk 

Slide 49 - Slide