Ik heb een boek gelezen. / Ik lees een boek.heb gelezen = wg = onderwerp doet iets
heb = pv = hww, gelezen is belangrijkste = zww
Hij is voetballer geworden. / Ik word voetballer.
is voetballer geworden = ng = onderwerp is iets
is = pv = hww, geworden is belangrijkste = kww