Afrondende les voor de toets (oefenen met werkbladen)

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je laptop (dicht)
  • je leerwerkboek/schrift
  • je etui
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je laptop (dicht)
  • je leerwerkboek/schrift
  • je etui

Slide 1 - Slide

Planning
  • Werkmoment
  • Herhaling lastige woordsoorten
  • Herhaling ontleden
  • Afsluiten van de les

Slide 2 - Slide

Werkmoment
  • Werkblad maken 1.7, 1.8, 1.9 (antwoorden in de studiewijzer).
  • LessonUp met extra filmpjes bekijken.
  • Soorten werkwoorden? LessonUp: Grammatica (les 1 en 2).
  • Alle woordsoorten? Groene LessonUp bekijken.
  • Versterk jezelf of Test Jezelf opnieuw maken.
  • Test Jezelf 1.5 maken of Quizlet.

Slide 3 - Slide

Lastige woordsoorten
Persoonlijk voornaamwoord verwijst naar iemand of iets.

Lotte loopt daar met Margriet en Felix.


Zij loopt daar met hen. 

Slide 4 - Slide

Lastige woordsoorten
Bezittelijk voornaamwoord geeft bezit aan. Staat bij zn.

Lotte heeft haar boek op de stoel gelegd.


Het boek is van haar. 
Dit is een persoonlijk voornaamwoord!
Je kunt zeggen: van Lotte.

Slide 5 - Slide

Lastige woordsoorten
Vragend voornaamwoord vraagt naar persoon of ding.

Wie loopt daar? Lotte.
Wat ligt daar in de wei? Een koe.

Waarom lees je dit? => geen vragend voornaamwoord!
wie, wat, wat voor en welke

Slide 6 - Slide

Lastige woordsoorten
Ik heb een boek gelezen. / Ik lees een boek.
heb gelezen = wg = onderwerp doet iets
heb = pv = hww, gelezen is belangrijkste = zww

Hij is voetballer geworden. / Ik word voetballer.
is voetballer geworden = ng = onderwerp is iets
is = pv = hww, geworden is belangrijkste = kww

Slide 7 - Slide

Werkmoment
  • Werkblad maken 1.7, 1.8, 1.9 (antwoorden in de studiewijzer).
  • LessonUp met extra filmpjes bekijken.
  • Soorten werkwoorden? LessonUp: Grammatica (les 1 en 2).
  • Alle woordsoorten? Groene LessonUp bekijken.
  • Versterk jezelf of Test Jezelf opnieuw maken.
  • Test Jezelf 1.5 maken.
Zinnen ontleden?

Slide 8 - Slide

1.5 Woorden

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

Afsluiting
  • Neem je je leesboek mee?
  • Als je klaar bent met de toets, ga je lezen.

Slide 11 - Slide