This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Ik kan mezelf in het Duits voorstellen
Ik kan verschillende Duitse woorden voor familieleden herkennen
Ik ken de persoonlijke voornaamwoorden
ik = ich wij = wir
jij = du jullie = ihr
hij = er zij = sie
zij = sie u = Sie
het = es
Wat valt je op?