PluriformeSamenleving-les1

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4,5

Lesprogramma vandaag

Uitleg Pluriforme Samenleving

Afsluitende Quiz over de besproken lesstof

Veranderingen na WO-II

Wederopbouw

Geleide loonpolitiek

Welvaartstoename

Meer luxeproducten&vakantie

Consumptie maatschappij

Migratiegeschiedenis Nederland

Nederlands-Indie/Molukkers 1949-kolonie

Italianen/Spanjaarden -gastarbeiders

Turken/Marokkanen- gastarbeiders

Suriname onafhankelijk - 1975- kolonie

Inwoners EU-lidstaten - gastarbeiders

Migratiegeschiedenis Nederland

Asielzoekers bv. Bosnie, Iran, Irak, Afghanistan, Somalie, Syrie

Losse begrippen

Allochtoon/autochtoon

Immigrant/Emigrant 

Pluriform

Dominante cultuur/subcultuur

Socialisatie

1: Iemand is een allochtoon als..

1. Als hij familie heeft uit het buitenland
2. hijzelf /ouder(s) in het buitenland is geboren
3. Een buitenlandse achternaam heeft
4. niet uit Europa komt

2: De rapper Brainpower zijn ouders zijn geboren in Antwerpen. Hij is een:

1. Allochtoon
2. Geen van beide
3. Autochtoon
4. A en C gecombineerd

Vraag 3: Geef een voorbeeld van pluriformiteit

Vraag 4: Een groep Feyenoord supporters is zeer dreigend aanwezig. Hier is sprake van:

1. Een subcultuur
2. Zowel A als C
3. Een dominante cultuur
4. Geen van allen

Vraag 5: Anonymous een groep activisten hackers die platleggen van een organisatie vormen een

1. Dominante cultuur
2. Tegencultuur
3. Subcultuur
4. Geen van allen

Vraag 6: Het doel van socialisatie is :

1. Een eigen identiteit ontwikkelen
2. Een zorgeloos leven leiden
3. Culturen in stand houden
4. Aanpassing aan de omgeving

Vraag 7: Welk antwoord hoort niet bij verzuiling

1. Voor 1960
2. Na 1960
3. Sterk godsdienstig
4. Gescheiden groepen in de samenleving

Vraag 8: Katholieken zijn lid van een katholieke clubs en leven geschieden van andere groepen. Dit is:

1. Verzuiling
2. Geen beiden
3. Ontzuiling
4. Zowel A als C

Vraag 9: Welk antwoord past niet bij ontzuiling?

1. Individualisering
2. Opkomst jeugdculturen
3. Emancipatie
4. Duidelijke rolpatronen tussen man en vrouw

Vraag 10: Omschrijf artikel 1 van de grondwet

11: Geef een voorbeeld van botsende grondrecht m.b.t pluriformiteit

12: Hoe worden rechten van minderheden beschermd?

13: Noem een waarde van onze pluriforme samenleving

14: Wat houdt een inburgeringscursus in?

15: Voorbeeld: Alle Marokkanen zijn criminelen. Dit is een:

1. Feit
2. Vooroordeel
3. Stereotype
4. Geen van allen

16: Alle Nederlanders zijn zuinig. Dit is een:

1. Vooroordeel
2. Feit
3. Stereotype
4. Geen van allen

17: Noem iets wat de maatschappelijke positie van minderheden beïnvloed