vergelijkingen in het Frans

Chapitre 9: source H
vergelijkingen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Chapitre 9: source H
vergelijkingen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

WELKE 3 WOORDEN GEBRUIK JE IN HET FRANS OM EEN VERGELIJKING TE MAKEN?

Slide 5 - Open question

Elle est (kleiner dan) ........ moi.
A
plus petit que
B
aussi petit que
C
moins petit que
D
plus petite que

Slide 6 - Quiz

Sophie est ............
A
le plus grand
B
les plus grands
C
la plus grande
D
plus grandes

Slide 7 - Quiz

VERTAAL:
Paul is even groot als ik.

Slide 8 - Open question

VERTAAL:
Hij is minder groot dan ik.

Slide 9 - Open question

VERTAAL:
Hij is groter dan ik.

Slide 10 - Open question

GOED - BETER
BON - ...........
A
PLUS BON
B
BONBON
C
VÉT BON
D
MEILLEUR

Slide 11 - Quiz

SLECHT - SLECHTER
MAUVAIS - ............................
A
PLUS MAUVAIS
B
HEUL ERG MAUVAIS
C
PIRE
D
MAUVAISER

Slide 12 - Quiz

HET MOOISTE MEISJE

Slide 13 - Open question

Traverser
A
verlaten
B
oversteken
C
aanmoedigen
D
noemen

Slide 14 - Quiz

plus tard
A
later
B
vroeger
C
laat
D
vroeg

Slide 15 - Quiz

le panneau
A
de voorbereiding
B
het informatiebord
C
de afdaling
D
de rust

Slide 16 - Quiz

faciliter
A
aanmoedigen
B
moeilijker maken
C
verlaten
D
makkelijker maken

Slide 17 - Quiz

parlez - langues - vous - quelles ?

Slide 18 - Open question

pas - ne - comprends - je

Slide 19 - Open question

anglais - parle - et - espagnol - je

Slide 20 - Open question

klas 4
Gemaakt: 30bcd, 31abcd

sollicitatiebrief camping ex. 35 maken

Slide 21 - Slide