De Vikingen

Vikingen (700-1100)
1 / 29
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisBasisschoolGroep 6-8

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Vikingen (700-1100)

Slide 1 - Slide

Vikingen
Wat weet je al?

Slide 2 - Mind map

Aan het einde van de les kun je vragen beantwoorden over:
  • waarom de Vikingen gingen plunderen
  • de goden van de Vikingen
  • het leven van de Vikingen 

Slide 3 - Slide

De Vikingen
  • Vikingr =piraat 
  • Noormannen
  • zeevaarders
  • Noorwegen, Zweden en Denemarken (= Scandinavië). 
  • plundertochten

Slide 4 - Slide

Schepen
  • beste scheepsbouwers van Europa. Roeispanen en zeilen. 
  • drakenschepen. 


Slide 5 - Slide

Handelaren
  • oudste zoon erft de boerderij  
  • naar IJsland, Engeland Frankrijk
  • Handel drijven en koloniën stichten

Slide 6 - Slide

Goden
  • meerdere goden,  Odin, Thor, Loki, Figg en Freya. 
  • tempels, met standbeelden en offers van dierenbloed. 
  • Walhalla behoorde toe aan de oppergod Odin, god van oorlog en wijsheid. 
  • Zoon van Odin is Thor, god van de ?. 

Slide 7 - Slide

De Vikingen geloofden in?
A
1 god.
B
Meerdere goden.
C
Geen god.
D
De zee.

Slide 8 - Quiz

Hoe noemen we zo'n godsdienst?

Slide 9 - Open question

Alfabet
Ze spraken de taal: Oudijslands.
Het alfabet bestaat uit letters en strepen, zodat de mensen een tekst snel en makkelijk in hout of steen konden kerven.
De Vikingen gebruikten het runenalfabet, met 24 tekens.

Slide 10 - Slide

Woeste krijgers
  • Walhalla 
  • moeilijk te verslaan

Slide 11 - Slide

Rooftochten
De Vikingen zijn bij ons vooral bekend vanwege hun plundertochten.
Dorestad (Wijk bij Duurstede)


Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Uit welke drie landen kwamen de Vikingen?
A
Nederland, Noorwegen en Finland
B
Noorwegen, Finland en Denemarken
C
Duitsland, Zweden en Finland
D
Noorwegen, Zweden en Denemarken

Slide 14 - Quiz

Waarom gingen de Vikingen op plundertocht?
A
Dat moest van de koning.
B
Scandinavië was overvol en er was niet genoeg voedsel.
C
In Scandinavië was het te koud.
D
Ze waren bang voor de goden.

Slide 15 - Quiz

Waarom waren de Vikingen zo moeilijk te verslaan?
A
Ze waren woest en onverschillig.
B
Ze waren niet bang en konden zich snel verplaatsen.
C
Ze hadden geheime wapens.
D
De goden hielpen de Vikingen mee.

Slide 16 - Quiz

Waar of niet waar?
  • Opdracht in tweetallen
  • Je gebruikt samen één Chromebook: google zoekmachine
  • Je ziet op het bord een vraag staan en probeert het antwoord samen (binnen de tijd!) via google te achterhalen.
  • Er komen in totaal 5 vragen. 
  • Als de timer is afgelopen ga je in het vak WAAR of NIET WAAR staan. 


Slide 17 - Slide

Van de huid van walrussen maakten de Vikingen touw.

Waar of niet waar?
timer
0:40

Slide 18 - Slide

WAAR

Slide 19 - Slide

Rijke Vikingen werden begraven met al hun spullen, zelfs hun paarden en ossen werden gedood en meegeven. 

Waar of niet waar?

timer
0:40

Slide 20 - Slide

WAAR

Slide 21 - Slide

Meestal gebruikten de Vikingen runderleer om hun schoenen van te maken. 

Waar of niet waar?

timer
0:40

Slide 22 - Slide

WAAR

Slide 23 - Slide

De God Odin heeft drie raven bij zich.

Waar of niet waar?

timer
0:40

Slide 24 - Slide

NIET WAAR

Slide 25 - Slide

Vikingen jaagden op walvissen en ijsberen. 

Waar of niet waar?

timer
0:40

Slide 26 - Slide

WAAR

Slide 27 - Slide

Vikingen
Wat weet je nu?

Slide 28 - Mind map

Slide 29 - Slide