Les 4.3 De man

De man
1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

De man

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Korte herhaling basisstof 4.2
Leerdoelen
Uitleg basisstof 4.3
Verwerking basisstof 4.3
Quiz
Evaluatie

Slide 2 - Slide

Primair geslachtskenmerk bij een jongen is:
A
balzak en penis
B
borsthaar en baardgroei
C
schaamlippen en vagina
D
gespierde lichaamsbouw

Slide 3 - Quiz

Wat is de functie van de eileider.
A
Rijping van de eicel
B
Ovulatie
C
Transport eicel naar baarmoeder
D
Innestelen bevruchte eicel

Slide 4 - Quiz

Hoe lang duur de menstruatiecyclus van een vrouw (volgens biologieboek)
A
14 dagen
B
20 dagen
C
28 dagen
D
31 dagen

Slide 5 - Quiz

Lesdoel
Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een man noemen met hun functies en kenmerken.

Je kunt de kenmerken van zaadcellen en eicellen noemen.

Slide 6 - Slide

Wat weet je al van het voortplantingsstelsel van een man?

Slide 7 - Mind map

Balzak
Balzak: een huidplooi waar de zaadballen en bijballen in liggen.
Balzak

Slide 8 - Slide

Zaadbal
Teelballen: produceren mannelijke hormonen (testosteron) en zaadcellen. 


Slide 9 - Slide

Bijbal
Bijballen: voor tijdelijke opslag van zaadcellen


Slide 10 - Slide

Penis
voorhuid
eikel
zwellichamen
urinebuis
eikel
urinebuis
-vooruid
-zwellichaam

Slide 11 - Slide

Zaadleiders
Zaadblaasjes
Prostaat

Slide 12 - Slide

De man
zaadblaasje
voegt vocht toe aan zaadcellen waardoor deze beweeglijk worden
Prostaat
voegt vocht toe aan zaadcellen waardoor deze beweeglijk worden
zaadleider
vervoert zaadcellen 
bijbal
opslag van zaadcellen
zaadbal
Ook wel lteelbal of testes
Hier worden zaadcellen geproduceerd
eikel
Meest gevoelige deel van de penis
zwellichaam
Hier wordt bloed in gepompt waardoor de penis in erectie komt
urinebuis
Vervoeren van sperma (zaadcellen + zaadvocht)
De urinebuis vervoert ook urine

Slide 13 - Slide

Teken opdracht
Je gaat een afbeelding maken van het mannelijk voortplantingsorgaan.




Slide 14 - Slide

Erectie
De rode delen heten 'zwellichamen'.

Zwellichamen vullen zich met bloed.

Zo krijgt een man een stijve penis.
 
Een ander woord voor stijve penis is 'erectie'. 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Sperma
Zaadcellen worden vervoerd door de zaadleiders

Zaadblaasjes en de prostaat voegen vocht en voedingsstoffen toe.

Sperma = mengsel van zaadvocht en zaadcellen

Slide 17 - Slide

De eerste zaadlozing

Slide 18 - Slide

Zaadcel 
Een spermacel heeft een kop en een zweepstaart.

Met de zweepstaart kan hij zich voortbewegen.



Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Opdracht
Je maakt een VENN diagram over zaadcellen en eicellen.
timer
5:00

Slide 21 - Slide

Aan het werk
Maak van basisstof 4.3
Opdracht 
1 t/m 
Opdracht 4 en 7 hoeven niet

Slide 22 - Slide

Weet je het nu?
Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een man noemen met hun functies en kenmerken.

Je kunt de kenmerken van zaadcellen en eicellen noemen.

Slide 23 - Slide

In welk orgaan worden de zaadcellen geproduceerd?
A
bijballen
B
teelballen
C
prostaat
D
zaadblaasjes

Slide 24 - Quiz

Voordat zaadcellen het lichaam verlaten tijdens een zaadlozing moeten ze in het lichaam een lange weg afleggen. Ook komen er op bepaalde mometen vocht en of voedingsstoffenbij. 
Zet de stappen waarin zaadcellen zich door het mannelijke voortplantingsstelsel bewegen in de juiste volgorde.
stap 1
stap 2
stap 3
stap 4
stap 5
stap 6
zaadleider
urinebuis
bijbal
zaadblaasje voegt vocht en voedingsstoffen toe
zaadbal
prostaat voegt vocht toe

Slide 25 - Drag question

Zaadcellen worden tijdelijk opgeslagen in de
A
Teelballen
B
Bijballen

Slide 26 - Quiz

X
X
Zaadblaasje
Urineblaas
Teelbal
Bijbal
Balzak
Prostaat
Zaadleider
Eikel
Voorhuid
Urinebuis
Zwellichaam

Slide 27 - Drag question

Waarom hangt de balzak van de man van het lichaam af?
A
om de weg naar buiten langer te maken
B
voldoende bewegingsruimte teelballen
C
Om de temperatuur te regelen
D
Om de penis in evenwicht te houden

Slide 28 - Quiz