Ga opnieuw in gesprek. Deze keer geeft je maatje je helemaal geen advies, maar stelt je een aantal vragen en luistert met aandacht naar wat je te zeggen hebt.
1. Waarom zou je deze vaardigheid willen aanleren?
2. Hoe zou je deze het leren van deze vaardigheid aanpakken?
3. Wat zijn de drie belangrijkste redenen om deze vaardigheid te leren?
4. Hoe belangrijk is deze vaardigheid voor je, en waarom?
Dan stelt je maatje je nog één vraag en luistert weer simpelweg naar je antwoord:
5. En, wat ga je doen denk je?
Dat is alles.
Hoe voelde je je na dit gesprek? Was het anders dan het vorige? Voel je je nu meer of minder
gemotiveerd?
Wanneer zowel jij als je maatje deze oefening hebben gedaan, bespreek dan samen nog eens het
verschil tussen beide oefeningen.