waar is dat feestje?

Waar is dat feestje?
1 / 25
next
Slide 1: Slide
PAVSecundair onderwijs

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Waar is dat feestje?

Slide 1 - Slide

Maken we er een feestjaar van?
Welke feestdagen ken jij?

Slide 2 - Open question

En maar feesten...
Er zijn vele feestdagen  in België!

  • gewone 
  • en wettelijke feestdagen

Slide 3 - Slide

Een wettelijke feestdag is
A
een dag waar je vrijaf krijgt in België= wettelijke rustdag
B
een dag waar mensen, dieren, herinneringen worden gevierd
C
een dag met goed weer
D
een dag waar je niet moet werken door het slechte weer

Slide 4 - Quiz

Een gewone feestdag
A
een dag waarop je vrij krijgt
B
een dag waar iets gevierd op herdacht wordt, zonder vrijaf
C
een dag die je zelf mag kiezen
D
een dag waar je dubbel wordt betaald

Slide 5 - Quiz

Neem opdracht 1 en 2
ontdek het verschil tussen wettelijk en gewone feestdagen!

Slide 6 - Slide

opdracht 3
Een wettelijke feestdag is een verplichte rustdag.
MAAR
Je werkt in een sector waar je MOET werken...
Hoe zit het met de betaling?
Wat is een cao?
Wat krijg je altijd als je werkt op een feestdag?
lees de vraagjes, zoek de antwoorden .

Slide 7 - Slide

op een feestdag mag je in principe niet werken
A
juist
B
fout

Slide 8 - Quiz

In welke sector(en) mag/moet je niet werken tijdens feestdagen
A
garagesector
B
distributie (transport goederen)
C
gezondheidzorg
D
horeca

Slide 9 - Quiz

wat betekent Collectieve Arbeidsovereenkomst of CAO
A
persoonlijk contract
B
welke diploma's je nodig hebt
C
Schriftelijke overeenkomst over arbeidsvoorwaarden - werknemers in een sector
D
een beslissing van de ministers.

Slide 10 - Quiz

Word je betaald op een wettelijke feestdag?
A
in principe word je normaal betaald
B
in principe word je normaal betaald maar in vele sectoren is er extra voorzien in de cao
C
je wordt altijd meer betaald

Slide 11 - Quiz

Wanneer schrijf je hoofdletters

Slide 12 - Mind map

Hoofdletter voor feestdagen?
Officiële feestdagen.

Heilige zaken of personen = eigennamen

Begin van een zin.

Slide 13 - Slide

hoofd- of kleine letter
A
Oudjaar
B
oudjaar

Slide 14 - Quiz


A
moslims
B
Moslims

Slide 15 - Quiz


A
kerstdag
B
Kerstdag

Slide 16 - Quiz


A
kerst
B
Kerst

Slide 17 - Quiz


A
moederdag
B
Moederdag

Slide 18 - Quiz


A
tussen kerstmis en nieuwjaar hebben we vakantie
B
Tussen Kerstmis en Nieuwjaar hebben we vakantie
C
Tussen Kerstmis en nieuwjaar hebben we vakantie.
D
Tussen kerstmis en Nieuwjaar hebben we vakantie

Slide 19 - Quiz


A
Carnaval
B
carnaval

Slide 20 - Quiz

gewoonte-traditie- ritueel- nostalgie

Slide 21 - Slide

Even oefenen

  • voor ik een wedstrijd speel doe ik eerst mijn rechterschoen aan.
  • ik maak altijd een kruisteken voor een examen.
  • ik wandel elke dag met mijn hond
  • C Ronaldo zet eerst zijn linkervoet op het veld. (geluk)
  • ik eet om 16.00u altijd fruit
  • de carnavalstoet in Aalst bestaat al meer dan 100 jaar.
  • elk jaar kijk ik met de kinderen dezelfde kerstfilm

Slide 22 - Slide

werk per 2
MIX EN MATCH DE FEESTEN -  P 14

LEES DE TEKST P 15 - VUL A-B-C-D in

Slide 23 - Slide

tenslotte...
ook feestdagen worden gebruikt in reclame?

WAAROM?

HOOFDDOEL - NEVENDOELEN
ZENDER-BOODSCHAP-ONTVANGER

Slide 24 - Slide

ook in de reclame...
PAGINA 4 -5 - 6

Slide 25 - Slide