M4 Scheikunde H2+3 Chemische reacties en Verbrandingen les 2

Chemische reacties en Verbrandingen
Lesplanning:
- Terugblik
- Doel
- Nieuwe stof
- Werktijd portal 
- Werktijd opdrachten
- Exit
Lezing 2
1 / 17
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Chemische reacties en Verbrandingen
Lesplanning:
- Terugblik
- Doel
- Nieuwe stof
- Werktijd portal 
- Werktijd opdrachten
- Exit
Lezing 2

Slide 1 - Slide

Chemische reactie
Faseovergang
bril beslaat
tomaat bederft
brood roosteren
eiwit stolt
was drogen

Slide 2 - Drag question

Welke 3 voorwaardes heb je nodig om een brand te ontstaan.......
brandstof moet aanwezig zijn
de temperatuur van de brandstof moet hoger zijn dan de ontbrandingstemperatuur
voldoende zuurstof(lucht)
er moet koolstofmonoxide aanwezig zijn
er moet een onvolledige verbranding plaatsvinden

Slide 3 - Drag question

Bekijk de onderstaande zinnen over blussen. 
Sleep de zinnen naar de voorwaarde in de branddriehoek die je wegneemt.
Gaskraan uitdraaien.
Papierbrand blussen met water
Iemand in een branddeken wikkelen.
Aansteker uitblazen.
Bosbrand doven met zand.

Slide 4 - Drag question

Er is genoeg lucht
Er te weinig lucht
volledige verbranding
onvolledige verbranding
voldoende zuurstof
onvoldoende zuurstof
giftige gassen
heetste vlam
koolstof mono-oxide
koolstof di-oxide

Slide 5 - Drag question

Bij de brander kan je de hoeveelheid lucht regelen met de luchtring. Daarmee regel je ook of de verbranding onvolledig of volledig is. 
Geef bij elke verbranding aan welke vlamkleur er bij hoort.
Volledige verbranding
Onvolledige verbranding

Slide 6 - Drag question

Doel van de les
Aan het einde van de les heb je je basiskennis over reactievergelijkingen weer opgehaald

Slide 7 - Slide

Welke stoffen ontstaan altijd bij volledige verbranding?
A
CO2 en H2O
B
CO2 en C
C
H en CO2
D
H en CO

Slide 8 - Quiz

Maak de reactievergelijking van volledige verbranding kloppend.
+
+
  _______>
verbranding
koolstofdioxide
zuurstof
water
brandstof

Slide 9 - Drag question

Vul de juiste woorden in. 
In een reactievergelijking staan na de pijl de formules van de stoffen die.................................................................
Deze stoffen worden ................................ genoemd.
Er staan van elk soort ................... atomen voor de pijl als na de pijl. 
Bij het kloppend maken van een reactievergelijking mag je alleen getallen ................. de formules zetten. 
De stoffen voor de pijl worden ...................... genoemd. 
ontstaan bij een reactie
reactieproducten
beginstoffen
evenveel
achter
voor
verdwijnen

Slide 10 - Drag question

Maak de reactievergelijking van onvolledige verbranding kloppend.
+
+
  _______>
verbranding
koolstofmono-oxide
zuurstof
water
brandstof

Slide 11 - Drag question

En nu in molecuulformules...
+
+
  _______>
 volledige verbranding
+
+
  _______>
 onvolledige verbranding
CH4 (methaan)
O2
CO2
CO
O2
H2O
H2O
CH4 (methaan)

Slide 12 - Drag question

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video


Maak de volgende reactievergelijking kloppend door de coëfficiënten naar de juiste plaats te slepen.



.. Mg (s)+ .. O(g) → ... MgO(s)
1
2
3
3
2
1

Slide 15 - Drag question


Maak de volgende reactievergelijking kloppend door de coëfficiënten naar de juiste plaats te slepen.



.. Fe (s)+ .. O(g) → ... Fe2O(s)
1
2
3
4
5

Slide 16 - Drag question

Wat ga je nu nog doen?
- Werktijd werkboek
- Werktijd opdrachten
- Exit

Slide 17 - Slide