Entrenamiento sesión 1 Intro en Scanteksten

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Entrenamiento de examen

HAVO 4

Unidad 1: scanvragen

OBSERVACIONES GENERALES 1

• 150 minuten > 3 minuten p/vraag
• Open vraag > In het Nederlands beantwoorden!
• Geef exact aantal voorbeelden dat gevraagd wordt
  
• Examen is opgebouwd in moeilijkheidsgraad
  
• Sla je tekst (toch) over? Altijd controleren of je overal antwoord hebt ingevuld!

OBSERVACIONES GENERALES 2

Woordenboek alleen als ‘t ECHT nodig is!

Bij multiple-choice woorden let op: zij staan in alfabetische volgorde zodat je makkelijker kan zoeken. Voorbeeld:

                    ¿Qué palabra falta en la línea 48?

                          A adaptarse

                          B engañar

                          C escapar

                          D limitarse

TIPOS DE TEXTOS

• Artículos de fondo (Achtergrondartikel)
• Carta al director (Brief naar de redactie)
• Entrevistas (Interviews)
• Texto con huecos / opción múltiple (Gatentekst /meerkeuze-invul)
• Texto largo con una pregunta  (Lange tekst met 1 vraag)  
• Texto para escanear (scannen)
• Textos cortos / folletos, etc. (Korte teksten / brochures, enz.)

TIPOS DE PREGUNTAS

• Gesloten vragen (abcd/gaten)
• Open vragen.
• Open vragen die behoorlijk gesloten zijn (juist/onjuist; cijfers/letters).
  
• Open vragen “eindterm 1”: Zo ja/zo nee.
  
• Nederlandse open vragen:
  
• Precies het aantal voorbeelden geven dat gevraagd wordt (nooit meer!)
  
• Antwoord in het Nederlands

¿QUÉ QUIERE EL CITO?

• 1. GROTE LIJN zien in het verhaal
  
• 2. SIGNAALWOORDEN
  
•                        a. zien (en dus herkennen)
  
•                        b. analyseren (weten wat de functie van zo’n signaalwoord is)
• 3. EXPERTS. Bij interviews meningen van deze mensen snappen en weergeven
• 4. VOORBEELDEN herkennen en weergeven
• 5. SCANNEN van een tekst met maar één of twee vragen

¿QUÉ QUIERE EL CITO?

• LEZEN OP DETAILS is voor goede leerlingen die boven de 8 kunnen halen!
• Verspil je tijd niet…

COMENTARIOS PRÁCTICOS

• Denk goed na: WEL/  NIET eerst de gehele tekst lezen?
  
• Denk goed na: WEL/ NIET voor het lezen van de tekst naar de vraag kijken?
• TIPS: 
• 1. Lees de vraag eerst zonder de opties. 
• 2. Lees daarna de tekst en denk hoe je de vraag zou beantwoorden. 
• 3. Kies het antwoord (bij multiple-choice).
  
• 4. Zoek VISUEEL herkenbare woorden (¨ ¨, schuingedrukt, enz.)

Semana 1a (25-03)

Scanteksten en korte teksten (PA4-Boek 4 – p. 70)

Ordenar elementos de un texto

Hacer dibujos de palabras (de enlace)

Semana 1b (26-03)

Scanteksten en korte teksten (PA4-Boek 4 – p. 74 / p. 75)

LA PALABRA INVENTADA

palabras-imagen

Semana 2a (01-04)

Gatenteksten (PA4-Boek 4 – p. 77)

Lectura en voz alta y contestar sin texto

Triomino palabras por categoría lógica

Semana 2b (zelfstandig)(02-04)

Meerkeuzevragen - Langeteksten (PA4-Boek 4 – p. 87)

palabras-imagen

Palabras de enlace

Semana 3a (08-04)

Juist/onjuist-vragen - Langeteksten (PA4-Boek 4 – p. 88)

Ordenar elementos de un texto

Lectura en voz alta y contestar sin texto

Quizizz

Semana 3b (09-04)

Formuleringsvragen - Langeteksten (PA4-Boek 4 – p. 89)

LA PALABRA INVENTADA

Palabras y movimiento de manos

Triomino palabras por categoría lógica

Semana 4a (15-04)

Volgordevragen - Langeteksten (PA4-Boek 4 – p. 90)

Hacer dibujos de palabras (de enlace)

Quizizz

Semana 4b (16-04)

Ensayar solo con preguntas abiertas

lectura con mímica

palabras-imagen

Semana 5a (22-04)

Eliminar las palabras de enlace en un texto

Ordenar elementos de un texto

Clasificar palabras por categoría

Entrenar contra reloj

Quizizz

Semana 5b (23-04)

Predicción de temas

1. Dar lista de palabras de un texto

2. Predecir qué dice el texto

3. Después leerlo

Lectura en voz alta y contestar sin texto

el compañero dice con mímica la palabra faltante

Entrenar contra reloj

Semana 6a (29-04)

GRAN QUIZ DE VOCABULARIO

Semana 5b (30-04)

FIESTA MEXICANA

21 y 26 de mayo 

Scanteksten en korte teksten (PA4-Boek 4 – p. 70)

¿WAT IS EEN SCANTEKST?

 

• Veel tekst, korte vraag, maar 1 punt, 
• het zit aan het einde van het examen 
• a) Zo ja, bewijs…
  
• b) Zo nee, schrijf op ‘nee’.
  

OPMERKINGEN

• 1. Tekstindeling: selecteer de tekst door kopjes te lezen: vet, schuin, HOOFDLETTERS…
• staat daar wat nuttigs in, dan pas daar gaan lezen.
• 2. Als je een vraag krijgt met bijvoorbeeld: “ …… je bent 18 jaar en je wilt in Spanje vrijwilligerswerk met dieren gaan doen".  GA DAN IN DE TEKST(EN) OP ZOEK NAAR BOVENGENOEMDE GEGEVENS IN DE VOLGORDE WAARIN ZE IN DE VRAAG STAAN (dus zoek naar: leeftijd; land; vrijwilligerswerk)

DECIR

SABER

SALIR

TENER

PONER

PODER

tendrá

sabrá

pondré

podrá 

pone

tengo

puede

sabe

dirá

saldrá 

sale

dice

Uso del mando del CD-Rom

Texto 1

Uso del mando del CD-Rom

Respuestas

Texto 1

Escuela de idiomas Los Naranjos

Texto 2

Escuela de idiomas Los Naranjos

Respuestas

Texto 2

Ahorra, aprende y dona con las apps

Texto 3

Ahorra, aprende y dona con las apps

Respuestas

Texto 3

Quitar el chicle pegado

Texto 4

Quitar el chicle pegado

Respuestas

Texto 4

 Sitios para una película de terror

Texto 5

Sitios para una película de terror

Respuestas

Texto 5

 Atención de equipajes Vueling

Texto 6

Atención de equipajes Vueling

Respuestas

Texto 6

HORÓSCOPO

Texto 7

HORÓSCOPO

Respuestas

Texto 7

¿Conoces los secretos del agua de coco? 

Texto 8

¿Conoces los secretos del agua de coco?

Respuestas

Texto 7

Lo que debes saber sobre los tatuajes 

Texto 9

Lo que debes saber sobre los tatuajes

Respuestas

Texto 9

¿Cómo elegir los zapatos adecuados para una 

fiesta?  

Texto 10

¿Cómo elegir los zapatos adecuados para una
fiesta?

Respuestas

Texto 9

lessonup.com