This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
H2 p7 Inrichting van steden
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je weet op welke manier in Nederland de inrichting van een stad tot stand komt
Je begrijpt wat de begrippen: drempelwaarde, reikwijdte en verzorgingsgebied met elkaar te maken hebben
Je kunt voorbeelden geven van herinrichting van gebieden
Slide 2 - Slide
Wat zijn voorzieningen? Noem een voorbeeld.
Slide 3 - Open question
Er zijn veel voorzieningen in ?
A
Stedelijk gebied
B
Landelijk gebied
Slide 4 - Quiz
Waarom wil jij voor de ene voorziening verder/ langer reizen dan voor een andere voorziening?
Slide 5 - Open question
Voorzieningen
In stedelijke gebieden zijn er meer voorzieningen dan in landelijke gebieden. Drempelwaarde: het minimum aantal klanten dat nodig is om een voorziening om te kunnen blijven bestaan.
Reikwijdte: de afstand die je af wil leggen voor een voorziening. Je wil niet ver hoeven reizen voor een supermarkt, of bakker maar voor een voetbalstadion of concert reis je verder.
Het gebied waar klanten vandaan komen die gebruik maken van een voorziening, is het verzorgingsgebied.
Een ziekenhuis heeft een groot verzorgingsgebied.
Slide 6 - Slide
Verzorgingsgebied
Slide 7 - Slide
Wat is een verzorgingsgebied?
A
het gebied waar de mensen wonen die van een bepaalde voorziening gebruik maken
B
de gemeente waarin een bepaalde voorziening zich bevindt
C
een gebied waarin veel voorzieningen beschikbaar zijn
D
een gebied waarin verzorgd wordt
Slide 8 - Quiz
Wat heeft het grootste verzorgingsgebied
A
Hema
B
Ikea
C
Blokker
D
Zeeman
Slide 9 - Quiz
Wat is de drempelwaarde?
A
Aantal mogelijke klanten binnen de reikwijdte
B
Minimum bedrag dat je moet uitgeven in een winkel
C
Minimum aantal mensen die nodig zijn voor een voorziening
D
De hoogte van een drempel
Slide 10 - Quiz
Welke voorziening heeft de grootste drempelwaarde?
A
De lokale supermarkt
B
De bioscoop
C
De Johan Cruijff ArenA
D
De Primark
Slide 11 - Quiz
Een bakker heeft een lage drempelwaarde.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quiz
Wat is 'reikwijdte'?
A
De afstand die klanten willen afleggen voor een bepaalde dienst.
B
Het gebied waar de klanten vandaan komen.
Slide 13 - Quiz
Wie heeft er een grotere reikwijdte?
A
Ziekenhuis
B
Supermarkt
C
Schoenenwinkel
D
Snackbar
Slide 14 - Quiz
Inrichting van gebied, Amsterdam
De overheid bepaalt in NL hoe gebieden worden ingericht > ruimtelijke ordening.
Hoe worden plannen voor ruimtelijke ordening uitgevoerd?
bestemmingsplan + inspraak = uitvoering
Voorbeeld: Java-eiland
Door de locatie nabij het centrum wordt de mobiliteit van inwoners beperkt en neemt het forensisme af.
Welke voordelen heeft dit?
- minder congestie.
- drempelwaarde voorzieningen eerder bereikt.
Slide 15 - Slide
Leipzig
Na de hereniging van Oost en West Duitsland in 1990 trokken veel mensen uit Oost-Duitsland en Leipzig weg.
Braindrain
Voormalig Oost Duitsland werd een krimpgebied.
Om de leefbaarheid te vergroten werd Leipzig weer aantrekkelijk gemaakt. Hoe?
Oude wijken opknappen,
meer groen,
werkgelegenheid,
openbaar vervoer verbeteren,
een oude fabriekshal heeft een nieuwe bestemming als hip restaurantje gekregen
aantrekken van jonge mensen.
Hoe kan dit nog meer?
Grauwe woonblokken/ fabrieken slopen en hier eengezingswoningen neerzetten of plantsoenen aanleggen.
Openbaar vervoer verbeteren.
Nieuwe werkgelegenheid aanbieden
Slide 16 - Slide
Hierna: enkele quizvragen.
Drempelwaarde
Forensisme
Mobiliteit
Congestie
Reikwijdte
Het minimum aantal klanten dat een voorziening nodig heeft om te blijven bestaan.
De afstand (bv in km) die een klant maximaal wilt afleggen om gebruik te maken van een voorziening.
Filevorming
Alle verplaatsingen van mensen en goederen.
Het op en neer reizen tussen je woonplek en je werkplek.
Slide 17 - Drag question
Aan de slag
Maak in je wb p7 opdracht 1,3,5 en 6
Ben je klaar: maak de topo van Duitsland in je werkboek