Hoofdstuk 4.3 en 4.4 herhaling

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Wat is het symbool voor een batterij ?

1. 
2. 
3. 
4. 

Waar staat dit symbool voor ?

1. Bel
2. Wisselspanning
3. Led
4. Stopcontact

Wat is het symbool voor een spanningsmeter

1. 
2. 
3. 
4. 

Wat voor een schakeling is dit

1. Serie schakeling
2. Parallel schakeling
3. Gemengde schakeling
4. Spanning schakeling

Wat is de spanning over elk lampje

1. 9 V
2. 27 V
3. 6 V
4. 3 V

De stroomsterkte in het linker lampje is 36mA
Wat is de stroomsterkte door het rechter lampje ?

1. 36 mA
2. 12 mA
3. 9 mA
4. 4 mA

De stroomsterkte in het linker lampje is 36mA
Wat is de stroomsterkte door de middelste twee
lampjes ?

1. 4 mA
2. 9 mA
3. 18 mA
4. 36 mA

Hoeveel lampjes branden er

1. 0
2. 3
3. 4
4. 7

De hoeveelheid energie die per seconde wordt verbruikt noem je ?

1. De Capaciteit
2. De Spanning
3. De Stroomsterkte
4. Het Vermogen

0,18 kW = ..... W

1. 0.00018 W
2. 180 W
3. 0,18 W
4. 1.8 W

450 mA = ...A

1. 450.000 A
2. 450 A
3. 0,45 A
4. 4,5 A

Wat is de formule voor capaciteit ?

1. C=​t​​I​​
2. C=​U​​I​​
3. C=I⋅t
4. C=U⋅I

Wat is een formule voor Spanning ?

1. U=​P​​I​​
2. U=​I​​P​​
3. U=P+I
4. U=P⋅I

Een oplader van een elektrische auto levert een vermogen van 11 kW. hij is aangesloten op het stoomnet (230V).
Wat is de stroomsterkte ?

1. 47.8 mA
2. 21 mA
3. 2530 kA
4. 47.8 A

De elektrische auto is vol na 5 uur.
Het antwoord op de vorige vraag was 47.8 A
Wat is de capaciteit van de accu ?

1. 239.000 mAh
2. 105 mAh
3. 95.600 mAh
4. 239 mAh

de batterij levert een stroomsterkte van 270 mA
wat is het vermogen van de lampjes ?

1. 0,81 W
2. 2.43 W
3. 810 W
4. 2430 W