LES 1 - Produceren en productiefactoren

Les 1 - Produceren en productiefactoren
1 / 24
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Les 1 - Produceren en productiefactoren

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht kun je:
  • omschrijven wat produceren is.
  • beschrijven welke productiefactoren nodig zijn om iets te kunnen produceren.
  • het begrippen investeren omschrijven en een voorbeeld ven een investering geven,
  • uitleggen wat het verschil is tussen automatisering en mechanisatie.
  • drie soorten milieuvervuiling noemen.

Slide 2 - Slide

Productie factoren
Produceren is het voortbrengen van goederen of diensten.
Elk bedrijf heeft om te produceren productiefactoren nodig.


Je kunt vier productiefactoren onderscheiden:.....






Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Productie factoren
1. Kapitaal

Een gebouw of machine of geld.

De beloning voor kapitaal is rente.





Slide 5 - Slide

Productie factoren
2. Arbeid

Mensen om het werk te doen.

De beloning voor arbeid is loon of salaris.


 





Slide 6 - Slide

Productie factoren
3. Natuur

Bijvoorbeeld een stuk grond om het bedrijf te vestigen.

De beloning voor natuur is pacht.






Slide 7 - Slide

Productie factoren
4. Ondernemerschap

Iemand die het risico durft te lopen.

De beloning voor ondernemerschap is winst.





Slide 8 - Slide

Ovezicht
1
2
3
4

Slide 9 - Slide

Welke productiefactor?
Gerrit Baarsma is eigenaar van een vissersboot. Samen met twee medewerkers vangt Gerrit vis in het IJsselmeer. Om de boot te kopen heeft Gerrit € 200.000,- bij een bank geleend. De twee medewerkers verdienen € 20.000,- per jaar. Gerrit haalt per jaar € 30.000,- uit zijn bedrijf.
Welke productiefactor hoort bij het bedrag van € 200.000,-?
Welke productiefactor hoort bij het bedrag van € 20.000,-?
Welke productiefactor hoort bij het bedrag dat Gerrit uit zijn bedrijf haalt?
Welke productiefactor is de vis in het IJsselmeer?
Kapitaal
Arbeid
Ondernemerschap
Natuur

Slide 10 - Drag question

Productiefactoren en de beloning
Om te produceren heb je productiefactoren nodig.
Iedere productiefactor heeft zijn eigen beloning.
Combineer de productiefactoren met de beloningen.


Arbeid
Kapitaal
Natuur
Ondernemerschap
Loon
Salaris
Pacht
Winst

Slide 11 - Drag question

Welke van de volgende bedrijven/beroepen produceren diensten?
A
Drukkerij
B
Tandarts
C
Reisbureau
D
Boer

Slide 12 - Quiz

Welke van de volgende bedrijven/beroepen produceren diensten?
A
Kapper
B
Advocaat
C
Fietsenwinkel
D
Vervoersbedrijf

Slide 13 - Quiz

Producten
Kun je onderverdelen in:

  • Goederen kun je aanraken, bijvoorbeeld een schrijft of een brommer.
  • Diensten kun je niet aanraken, bijvoorbeeld een busrit of les krijgen.





Slide 14 - Slide

Investeren
is het kopen van producten door een bedrijf. In veel bedrijven wordt steeds meer werk door machines gedaan.

Het in gebruik nemen van machines wordt mechanisatie genoemd.
Bij mechanisatie worden de machines nog wel door mensen bediend.

Slide 15 - Slide

Automatiseren
Als de bediening van de machines automatisch gebeurt, spreek je van automatisering.

Slide 16 - Slide

Mechanisatie of automatisering?
Bekijk de twee voorbeelden. Is er sprake van mechanisatie of van automatisering?

In de landbouw gebeurde het hooien vroeger met de hand. Tegenwoordig gebruikt men een hooimachine.
Als je met de trein reist, moet je een kaartje kopen. Op veel stations kun je het treinkaartje niet meer aan het loket kopen. Je koopt het kaartje bij een kaartjesautomaat.
Mechanisatie
Automatisering

Slide 17 - Drag question

In sommige bedrijven staan meer machines dan in andere bedrijven.

In bedrijven met weinig machines wordt het meeste werk door mensen gedaan.
Vooral door mensen
Vooral door machines
Schoenenwinkel
Autofabriek
Landbouwbedrijf
School
Supermarkt
Café-restaurant

Slide 18 - Drag question

Produceren en milieu

Het maken van producten kan slecht zijn voor het milieu.

Er zijn verschillende vormen van milieuvervuiling.

Slide 19 - Slide

Luchtvervuiling
bij het produceren wordt de lucht verontreinigd met stoffen die niet in de lucht thuis horen.

Slide 20 - Slide

Watervervuiling
bij het produceren komen er stoffen in het water terecht die niet in het water thuishoren.

Slide 21 - Slide

Bodemvervuiling
bij het produceren komen stoffen vrij die zorgen voor bodemverontreiniging.

Slide 22 - Slide

Produceren en milieuvervuiling
Welke vorm van milieuvervuiling herken je?
Maak de juiste combinaties.

Bij een vrachtwagentransport komen veel uitlaatgassen vrij.
Op de vuilstortplaats zijn enkele lekkende tonnen met een gevaarlijke vloeistof gedumpt.
De afvalstoffen zijn in de rivier geloosd.
Luchtvervuiling
Bodemvervuiling
Watervervuiling

Slide 23 - Drag question

Slide 24 - Video