ERAS

Waar staat APR voor ?
A
Abdomino perineale rectumextirpatie
B
Abdominal peri rectum
C
c. Abdomino perineale rectum
1 / 14
next
Slide 1: Quiz
Verpleging en verzorgingHBOStudiejaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Waar staat APR voor ?
A
Abdomino perineale rectumextirpatie
B
Abdominal peri rectum
C
c. Abdomino perineale rectum

Slide 1 - Quiz

Wat is het doel van de ERAS?
A
Optimale pijnbestrijding
B
Snel herstel na operatie
C
Dat gezondheid van de patiënt beter is.

Slide 2 - Quiz

Wat krijgt de patiënt in de meeste gevallen mee naar huis om zich ermee voor te bereiden?
A
Klysma
B
Folder , pleister
C
Pre op drank , darmvoorbereiding

Slide 3 - Quiz

Welke medicatie mag er niet gegeven worden bij een darmoperatie?
A
Nsaid's
B
paracetamol
C
Morfinepreparaten

Slide 4 - Quiz

Dhr Janssen gaat is voor ileocoecaalresectie geweest. De patiënt komt om 14:00 terug van de operatiekamer.
Wat zijn je eerste interventies?
A
Ik bel de arts om te vragen wat ik kan doen.
B
Ik meet vitale functies , installeer de patiënt en bel de 1e contactpers.
C
Ik meet vitale functies , ik geef de patiënt thee , ik leeg de katheter.
D
Ik weet het niet

Slide 5 - Quiz

Welke pijnmedicatie verwacht je dat de patiënt krijgt na deze operatie? ( let op meerdere antwoorden zijn goed)
A
Nsaid's
B
PCA pomp
C
Ketamine
D
Morfine

Slide 6 - Quiz

Je meet de vitale functies en je ziet dat de patiënt een tensie heeft van 210/115. Echter ligt de patiënt er goed bij. Wat zijn je interventies?
A
Ik besluit de tensie over te meten over 15 min en doe er verder onderneem verder geen actie.
B
Ik bel de verpleegkundige , arts en vraag wat de verdere acties zijn.
C
Ik vraag aan de patiënt of hij/zij dit vaker heeft gehad. Het antwoord bel ik door naar de verpleegkundige.
D
Ik bel de IC arts om hulp te vragen.

Slide 7 - Quiz

Wat is de gemiddelde opname duur van een darmoperatie?
A
1 tot 2 weken
B
5 tot 7 dagen
C
2 tot 4 dagen
D
8 tot 10 dagen

Slide 8 - Quiz

Wat zijn de meest voorkomende complicaties van een darmoperatie? ( let op meerdere antwoorden zijn goed)
A
Longbloeding
B
Trombose
C
Ileus
D
Naadlekkage

Slide 9 - Quiz

Wat is een stoma?
A
Een tijdelijke uitgang gemaakt van darmvlokken die de stoma openhoudt
B
Een kunstmatige uitgang in de buikwand voor ontlasting gemaakt van een stuk darm.

Slide 10 - Quiz


Wat is het verschil tussen een ileostoma en colostoma?

A
Colostoma is aangelegd bij dikke darm en de ileostoma is aangelegd bij de dunne darm.
B
Ileostoma zit altijd bij het ascendens en colostoma bij de sigmoïd.
C
Ileostoma die zorgt voor mindervocht verlies dan een colostoma.

Slide 11 - Quiz

Hoelang is een dikke darm?
A
60-90cm lang
B
80-110 cm lang
C
150 cm lang

Slide 12 - Quiz

Met welke materiaal maak je een stoma schoon ?
A
Natte gazen en alcohol 80%
B
Splitgazen
C
Natte gazen en eventueel speciaal anti-plak spray

Slide 13 - Quiz

Dhr Berg heeft het goede nieuws gehad dat dhr naar huis mag. Echter is dhr erg paniekerig en vraagt zich af hoe hij thuis aan materiaal komt. Wat zijn jou interventies?
A
Je gaat naar de kast van de stomaverpleegkundige, pakt hier stomamateriaal en geeft deze aan dhr mee.
B
Je legt uit dat de stomaconsulent dit verder regelt door dhr.
C
Je bestelt het materiaal via MediReva.

Slide 14 - Quiz