Hoe wil je aangesproken worden?
Je naam : _______________________________________
Naam die ik mag gebruiken in de klas : ________________________________
Welke voornaamwoorden gebruik je? (bv zij/haar, hij/hem, die/diens) :
________________________________________________________
● Mag ik jouw voornaamwoorden in de klas gebruiken? JA / NEE
● Mag ik jouw voornaamwoorden in contact met jouw ouders gebruiken? JA / NEE
● Mag ik jouw voornaamwoorden delen met andere docenten? JA / NEE
Zo nee, welke voornaamwoorden gebruik ik voor jou in deze situatie(s)? :
_________________________________________________________
Wil je nog een persoonlijk gesprek over je voornaamwoorden? JA / NEE