Visuele poëzie

1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Poëzie 
Wat leer je allemaal?
- wat is poëzie
- wat is visuele poëzie 
- zelf een gedicht schrijven
- wie was Paul van Ostaijen

Materiaal voor op je kalender om in te leveren in Maius uiterlijk 15 mei.

Slide 2 - Slide

Wat is poëzie?

Slide 3 - Mind map

Kenmerken poëzie? 
Poëzie is een taalspel en draait (vaak) om emotie.

Een gedicht kan verschillende betekenissen hebben.
Die betekenissen zie je vaak pas na een paar keer lezen. Of na elke keer lezen zie je weer een andere betekenis.

Dat komt door de manier van schrijven: veel wit, korte zinnetjes (zgn. verzen), woorden met verschillende betekenissen, beeldspraak, illustraties. 

NOTEER IN JE SCHRIFT ALLE KENMERKEN VAN POËZIE

Slide 4 - Slide

Visuele poëzie 

Slide 5 - Slide

Visuele poëzie
Poëzie voor je ogen 
- lay-out
- bijzonder lettertype 
of -grootte




Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Slide

Paul van Ostaijen

Slide 10 - Slide

 Ook dit is poëzie -  Stiftgedicht

Slide 11 - Slide

Stapelgedicht

Slide 12 - Slide

Whatsapp-gedicht (samen)

Slide 13 - Slide

Instapoëzie

Slide 14 - Slide

Elfje

Slide 15 - Slide

Over een gevoel
Of over vriendschap

Slide 16 - Slide

Nut van poëzie?

Slide 17 - Mind map

Nut van poëzie
Herman de Coninck: ‘Poëzie dient […] nergens toe en dat is op zich al een verdienste.’

- Geen goed of fout, gaat niet om kennisoverdracht maar om een ander soort intelligentie: expressie, gevoel, verruiming van je blik, verbeeldingskracht.

Slide 18 - Slide

Opdracht 
- Weet jij nog meer vormen van poëzie die nog niet besproken zijn? Schrijf ze erbij in je schrift.
- Maak een Elfje of een visueel gedicht 
- Zoek iets op over Paul van Ostaijen en schrijf in een paar regels iets over hem op.

Zet het gedicht en je informatie over Paul van Ostaijen op je kalender. 

Slide 19 - Slide

Zelf een Elfje maken

Slide 20 - Slide

Kies een thema
Schrijf dan het eerste woord dat je invalt op de eerste regel!

Slide 21 - Slide

Voor moederdag bijvoorbeeld:

Slide 22 - Slide

En dit dan?

Slide 23 - Slide

Einde

Slide 24 - Slide