H4C week 6 Nederlands

H4C Nederlands week 6 - VESA
Argumenteren
Pagina 192-217
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H4C Nederlands week 6 - VESA
Argumenteren
Pagina 192-217

Slide 1 - Slide

Ik heb wel eens met LessopUp gewerkt
A
Ja
B
Nee

Slide 2 - Quiz

Literatuur - boek 3 - 15 maart

Slide 3 - Slide


Welk boek heb je gekozen voor deze opdracht?

Slide 4 - Open question

Argumenteren

Een terugblik...

Slide 5 - Slide

De kans is erg klein dat je iets wint bij de Postcodeloterij. Je kunt er beter niet aan deelnemen.

Wat is het argument?

Slide 6 - Open question

Mobieltjes moeten tijdens de les verboden worden. Leerlingen kunnen er echt geen nuttige dingen mee doen.

Wat is het standpunt?

Slide 7 - Open question

Ik denk dat Mark Rutte de verkiezingen gaat winnen. Hij is immers veruit de beste in de debatten.

Welk signaalwoord voor een argument vind je in deze zin?

Slide 8 - Open question

Omdat je met een scooter een grotere kans loopt op een ernstig ongeluk dan op een fiets, lijkt het mij verstandig om scooters te verbieden.

Wat is het argument?

Slide 9 - Open question

Je wordt er toch beroerd van als je die heftige berichten over ontgroeningen leest. Ze moeten het ontgroenen gewoon helemaal verbieden.

Wat is het standpunt?

Slide 10 - Open question

Ik denk dat Israël en de Palestijnen niet snel nader tot elkaar zullen komen, ze hebben nu al meer dan zestig jaar een ernstig conflict.

Welk signaalwoord voor een standpunt vind je in deze zin?

Slide 11 - Open question

volgens mij
namelijk
omdat
ik vind
want
Standpunt
Argument
immers
dus

Slide 12 - Drag question

Argumentatiestructuren (p. 196)
Altijd maar één standpunt! Aan het aantal argumenten is in principe geen maximum.

  1. Enkelvoudige argumentatie (één argument)
  2. Nevenschikkende argumentatie (meerdere argumenten)
  3. Onderschikkende argumentatie  (hoofdargumenten die worden onderbouwd)

Slide 13 - Slide

Argumentatieschema
Hier staat het standpunt
argument
argument
argument
argument

Slide 14 - Slide

Een argumentatieschema met 1 standpunt en 1 argument noemen we
A
Enkelvoudige argumentatie
B
Nevenschikkende argumentatie

Slide 15 - Quiz


Wat voor soort argumentatie is dit?
A
meervoudige argumentatie
B
enkelvoudige argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
meervoudige onderschikkende argumentatie

Slide 16 - Quiz

Komende week - theorie aandachtig lezen
  • Argumentatieschema's (p. 205-206)
  • Drogredenen (p. 210-211)

Wat zijn drogredenen?
  • Foutieve argumenten

Twee soorten:
  • Fout in argumentatieschema (de inhoud van de argumenten is niet goed)
  • Overtreden discussieregel (er worden geen argumenten gegeven)

Slide 17 - Slide

0

Slide 18 - Video

Ik voel me ... over mijn inzet deze les

timer
0:20
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Zijn er vragen?
Zijn er vragen?

Slide 20 - Slide