Les 3: industriële revolutie

Hoofdstuk 1 
1 / 18
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 1 

Slide 1 - Slide

Schietspoel
Spinning Jenny
Waterframe van Arkwright
Stoommachine

Slide 2 - Drag question

Huisnijverheid
Industrie
fabrieken
spinnenwiel
waterrad
boeren verdienen bij in de winter
stoommachine
rond 1700
vanaf 1750
massaproductie

Slide 3 - Drag question

Vul in:
Voor 1848 maakte de                                    alle wetten, na 1848 deed het                                 dit.  
Na 1848 waren er verkiezingen waarbij rijke                                           het parlement kozen. 
Vanaf 1848 kon niet de koning, maar het parlement                                   ontslaan. 
Om de                                     jaar mocht  het
                             een nieuw parlement kiezen.


                               

ministers
mannen
vier
volk
koning
parlement

Slide 4 - Drag question

Mijn politieke ideeën zijn ...
Mijn naam is
Mijn naam is
Mijn politieke ideeën zijn ...
Liberaal
Tradities zijn belangrijk
Censuskiesrecht
Liever geen veranderingen
Willem II
Thorbecke
Conservatief
Koning minder macht

Slide 5 - Drag question

Slide 6 - Link

Slechte arbeidsomstandigheden 
Ondernemers/fabrikanten wilden snel hun investeringen terugverdienen en zo veel mogelijk winst maken. De arbeidskosten moesten laag zijn --> slechte arbeidsomstandigheden:
  • Lage lonen
  • Lange werkdagen / ploegendiensten
  • Onveilige machines
  • Kinderarbeid
Fabrikanten konden hiermee wegkomen vanwege het arbeidersoverschot en gebrek aan regelgeving.






Slide 7 - Slide

Slechte woonomstandigheden
De industriële revolutie zorgde voor snelle verstedelijking / urbanisatie =>

Steeds meer mensen gaan in een stad wonen en dorpen groeien aan steden vast.
Dicht bij fabrieken werden in hoog tempo arbeidershuizen gebouwd voor zo weinig mogelijk geld. --> Gevolg = slechte leefomstandigheden:
  • Geen waterleiding of riolering aangesloten op de huizen.
  • Geen straatverlichting, afvalverwijdering of verharde straten.
  • Meerdere gezinnen in een klein huis (overbevolking).






Slide 8 - Slide

Gebrek aan regelgeving 

Dit kon allemaal door het gebrek aan regelgeving. Liberalen wilden zo weinig mogelijk regels en waren door de Grondwet van 1848 aan de macht.
Gevolgen van combinatie slechte arbeids- en leefomstandigheden => er braken veel ziektes (epidemieën) uit + hoog (kinder)sterftecijfer + lage levensverwachting.




Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Woonomstandigheden
  • De fabrieken bliezen de hele nacht vuile rook ui. Dus er was veel Smog.

  • Vaak delen arbeidersgezinnen  een bed. (men werkt toch in ploegendienst)


Slide 11 - Slide

Arbeiders:

  • Lange dagen
  • Onveilige werkomstandigheden,
  • Laag inkomen
  • Kinderarbeid
  • Slechte woonomstandigheden
  • Geen onderwijs
  • Geen stemrecht
Nachtwakersstaat: land waarbij de overheid zich zo weinig mogelijk bemoeit met de samenleving.

Slide 12 - Slide

Ondernemers
Arbeiders
Fabriekseigenaar
Grote huizen
Rand van de stad
Werken in de fabriek
Grootste groep
Slechte omstandigheden

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

woonomstandigheden
Wonen in stad
kleine woningen
soms meerdere gezinnen
slechte hygiëne
uitbraak epidemieën
= besmettelijke ziektes

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Zet de woorden op de juiste plek, doe de overige woorden in de prullenbak. 
In de fabrieken waren er hele slechte                                     . Het was er donker, benauwd en gevaarlijk. Ook waren de lonen van de arbeiders heel                            .
Mannen verdiende niet genoeg voor het hele gezin dus moesten                           en                                ook gaan werken. Zo ontstond er                                            .
Mensen konden niet protesteren tegen deze omstandigheden want dan werden ze                                   en hadden dan helemaal geen inkomen meer. Daarom gaan de arbeiders samenwerken in                                                  .
werkomstandigheden
laag
vrouwen
kinderen
kinderarbeid
ontslagen
vakbonden
mannen
woonomstandigheden
hoog
groepen

Slide 17 - Drag question

Maken

Slide 18 - Slide