present simple to be + present continuous

Grammatica 
Present simple to be 
Present continuous 
1 / 32
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1,2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 35 min

Items in this lesson

Grammatica 
Present simple to be 
Present continuous 

Slide 1 - Slide

waarom is deze les belangrijk?
- je gaat de present simple to be herhalen
- je maakt kennis met de present continuous (wat is het? hoe gebruik je het? in welke tijd speelt het?

-beide ga je krijgen als grammatica onderdeel voor je toets van Chapter 4. 

Slide 2 - Slide

Over welke tijd hebben we het over als we praten over 'present'
A
verleden tijd
B
tegenwoordige tijd

Slide 3 - Quiz

vind je het grammatica onderdeel van Engels moeilijk?
beantwoord met ja/nee.

Slide 4 - Mind map

Lesdoelen van vandaag
Aan het einde van de les kan je:
- de present simple in zinnen gebruiken 
- weten je wat de present continuous is en kan deze in zinnen gebruiken

Slide 5 - Slide

wat gaan we doen?
- de present simple to be herhalen en oefenen 
- uitleg krijgen van de present continuous 
- de present continuous oefenen 
- nakijken en evalueren 

Slide 6 - Slide

present simple 'to be' is in de
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 7 - Quiz

Wat zijn de drie present simple vormen van het werkwoord 'to be'?
A
be, is, are
B
I, you, he/she/it
C
am, is, are
D
weet ik veel

Slide 8 - Quiz

Wat betekent de werkwoord to be in het Nederlands?
A
zijn
B
worden
C
hebben
D
maken

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

You ... dutch.

Slide 11 - Open question

she .. in the house.

Slide 12 - Open question

I .. at home right now.

Slide 13 - Open question

They ... in the garden right now.

Slide 14 - Open question

I .. Sil. What's your name?

Slide 15 - Open question

present continuous 

Slide 16 - Slide

Present continuous: uitleg 
De present continuous speelt zich in de tegenwoordige tijd. 
Je gebruikt de present continuous bij gebeurtenissen die:
- nu gebeuren
- het vindt allemaal nu plaats. 

Slide 17 - Slide

Present continuous: vertaling
Je vertaalt de present continuous met: aan het..

Ik ben aan het werk+en
I am work-ing now

Slide 18 - Slide

Present continuous: maken
To be 
Werkwoord 
Ing
Am 
Is 
Are 
sleep
walk
eat
Ing
Ing
Ing

Slide 19 - Slide

Present continuous: herhaling
when?
iets wat nu/op dit moment aan de gang is 
How?
I                           am walking
he/she/it            is walking
you/we/they     are walking
signal words
now, at the moment etc. 
Example
The pupils/students are listening to the teacher.

Slide 20 - Slide

Oh ja!
Werkwoorden die eindigen op een 'stomme e': 
move - moving
drive - driving 
hope - hoping 
live - living 

Slide 21 - Slide

Oh ja! Oh ja!
Sommige van de werkwoorden krijgen een dubbel medeklinker:
run - running
plan - planning 
swim - swimming 
stop - stopping 

Slide 22 - Slide

Hoe maak je de present continuous alweer?
A
am, is, are + werkwoord +ing
B
am, is, are
C
werkwoord + s
D
werkwoord + ed

Slide 23 - Quiz

I ... (listen) to the teacher at the moment
A
am listening
B
is listening
C
are listening

Slide 24 - Quiz

They ... (read) the Harry Potter books.
A
am reading
B
is reading
C
are reading

Slide 25 - Quiz

Look! The cat ... (play) with the ball.
A
am playing
B
is playing
C
are playing

Slide 26 - Quiz

Max Verstappen ... (race) at the track.
A
am racing
B
is racing
C
are racing

Slide 27 - Quiz

We ... (drink) some iced tea.
A
am drinking
B
is drinking
C
are drinking

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Link

Slide 30 - Link

Ik weet hoe ik de present simple in een zin gebruikt
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll

Ik kan de present continuous maken
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll