paragraaf 8.3

paragraaf 8.3
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

paragraaf 8.3

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Een voordeel van de Euro is
A
Het geld lijkt in alle Europese landen op elkaar.
B
Dat er erg veel van is.
C
Consumenten kunnen makkelijk prijzen vergelijken
D
Dat Engeland geen Euro land meer is.

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Is het warm hier?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

De EMU is...
A
de eurozone
B
de centrale bank van de EU
C
EU plus de landen die met de euro betalen

Slide 4 - Quiz

eurozone zijn de landen die de euro als valuta hebben

Wat is de EMU?
A
Alle landen binnen Europa
B
Alle landen binnen de Europese Unie
C
Alle landen die met de euro betalen

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Vrijhandel is voordelig voor
A
alle boeren
B
de consument

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat is vrijhandel?
A
Iedereen is vrij om te doen en laten wat hij/zij wil
B
Een land heeft hoge in- en uitvoercijfers
C
een land heeft dan geen in-/uitvoer beperkingen
D
een land mag dan niet meer dan 5.500 auto's uit Azië invoeren

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Binnen de EU is er een vrij verkeer aan kapitaal. Wat is hiervan een voorbeeld?
A
Dat je makkelijker in België kunt werken
B
Dat je makkelijk in Duitsland goederen kunt kopen
C
Dat je makkelijker op vakantie kunt gaan in Zweden
D
Dat je makkelijker geldt op een Franse spaarrekening kunt zetten.

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

1. Vrij verkeer van goederen en diensten
2. Vrij verkeer van personen
3. Vrij verkeer van kapitaal


A
de Europese Monetaire Unie
B
de interne markt van de EU
C
de betalingsbalans van de EU
D
de Europese Centrale Bank

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

In de Europese Unie is er vrij verkeer van: goederen, diensten, personen, kapitaal
A
juist
B
onjuist
C
soms wel, soms niet.

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Vrijhandel kent ook nadelen. Wat is een nadeel van vrijhandel?
A
protectionisme
B
exportgerichte industrialisatie
C
vrijemarkteconomie
D
global shift

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat is vrijhandel?
A
handel met buitenland zonder extra kosten
B
handel van goedkope goederen uit China

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noem je het gebied in Europa waar een vrij verkeer van goederen, diensten, kapitaal en personen mogelijk is?
A
Economisch gebied
B
Vrije zone
C
Interne markt
D
Economische markt

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat is vrij verkeer van goederen?
A
Iedere EU-burger mag in alle EU-landen werken
B
EU-burgers mogen in alle landen een rekening openen
C
Consumenten mogen in alle EU-landen producten kopen
D
EU-burgers mogen wonen en reizen in alle EU-landen

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wat is vrij verkeer van personen?
A
Iedere EU-burger mag in alle EU-landen werken
B
EU-burgers mogen in alle landen een rekening openen
C
Consumenten mogen in alle EU-landen producten kopen
D
EU-burgers mogen wonen en reizen in alle EU-landen

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat is vrij verkeer van diensten?
A
Iedere EU-burger mag in alle EU-landen werken
B
EU-burgers mogen in alle landen een rekening openen
C
Consumenten mogen in alle EU-landen producten kopen
D
EU-burgers mogen wonen en reizen in alle EU-landen

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Binnen de Europese Unie is er vrij verkeer van goederen. Wat zijn de gevolgen van vrij verkeer van goederen?
A
Kopers kunnen producten uit alle EU-landen halen zonder extra kosten
B
Door een vrij verkeer van goederen is er minder keus in de winkels.
C
Door een vrij verkeer van goederen worden producten steeds duurder.

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions