KGT Spelling - $11 verleden tijd van sterke werkwoorden

Cursus 7 Spelling
Doel: je leert de persoonsvorm van sterke werkwoorden in de verleden tijd spellen.


1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Cursus 7 Spelling
Doel: je leert de persoonsvorm van sterke werkwoorden in de verleden tijd spellen.


Slide 1 - Slide

Taalverzorging - Spelling
 verleden tijd zwakke werkwoorden

Slide 2 - Slide

Werkwoorden 
  • doe-woorden
  • kunnen in drie tijden staan: tegenwoordige, verleden en voltooide tijd

Slide 3 - Slide

Wat is het verschil tussen sterke en zwakke werkwoorden?

Slide 4 - Open question

Stap 1:  zet -zonder hulp- deze les klaar: (wachten met starten!)
              Cursus 7 - $ 11 Persoonsvorm verleden tijd van sterke ww
timer
1:00

Slide 5 - Slide

Stap 2:   - doe je oortjes in
                -  bekijk de Leerdoelen
                 - druk op 
              
Start

Slide 6 - Slide

        Lees eerst de tekst, bekijk daarna het filmpje  

Slide 7 - Slide

Maak de opdrachten. Gebruik bij twijfel een (online) woordenboek.

Slide 8 - Slide

Verleden tijd
Sterke werkwoorden
Zwakke werkwoorden

Slide 9 - Slide

Klaar en         van de docent?
Woordenschat 
$1 Gezondheid verder

Daarna mag je, totdat we met het slot verdergaan, rustig op je eigen plek iets voor jezelf doen.

Slot:
LessonUp 


Slide 10 - Slide

Persoonsvorm 
verleden tijd
  • Sterke werkwoorden:
    veranderen van klank
    (ik geef > ik gaf)
  • Zwakke werkwoorden:
    stam+te(n)/stam+de(n)
             (ik werkte/ ik speelde)                     
  • 't  (e)x-f(o)ksch(aa)p

Slide 11 - Slide

Ezelsbruggetje zwakke ww

- 't ex-kofschip

- taxi-kofschip
- 't sexy fokschaap



kies het woord dat je het makkelijkst kunt onthouden

Slide 12 - Slide

Gebruiksaanwijzing 't ex-fokschaap

Stap 1: Kijk naar het hele werkwoord (zwakke ww!)

Stap 2: Haal -en  eraf
Stap 3: Kijk naar de letter waar het ww nu mee eindigt

Stap 4: Staat deze letter in 't ex-fokschaap?

Stap 5: Ja > dan zet je achter de ik-vorm  -te(n)
                Nee > dan zet je achter de ik-vorm -de(n)

Slide 13 - Slide

Voorbeeld 
1. Fietsen
2. Fietsen 
3. Fiets
4. 's' komt voor in
't ex-fokschaap
5. dus de verleden tijd is
(ik) fietste (wij fietsten)

 

Slide 14 - Slide

Voorbeeld 
1. voetballen
2. voetballen 
3. voetball
4. 'l' komt niet voor in
't ex-fokschaap
5. dus de verleden tijd is
(ik) voetbalde 
(wij voetbalden)

 

Slide 15 - Slide

Let op!
verbazen-> = verbaz- 
-z staat niet in '"t ex-kofschip" dus -> +d
 ik verbaasde

doven-> = dov-
-v staat niet in "t kofschip" dus -> hij doofde(n)

Slide 16 - Slide

Hoe spel je de verleden tijd?
Ik kook, ik ………….
A
kookte
B
kookde
C
kookten
D
kookden

Slide 17 - Quiz

Hoe spel je de verleden tijd?
Jij rent, jij ………….
A
ren
B
rend
C
rende
D
renden

Slide 18 - Quiz

Hoe spel je de verleden tijd?
Ik raad, ik ………….
A
raad
B
raadt
C
raade
D
raadde

Slide 19 - Quiz

DENK ERAAN:
EERST de ik-vorm
DAARNA  schrijf je -te/-de
MEERVOUD? vergeet de N niet

Ik-vorm = raad  
Ik-vorm+de = raadde
Meervoud = raadden

Slide 20 - Slide

Wat is de verleden tijd van:
ik antwoord, ik ...

Slide 21 - Open question

Hoe spel je de verleden tijd?
Jullie praten, jullie ...
A
praten
B
praatte
C
praatten
D
pratte

Slide 22 - Quiz

Hoe spel je de verleden tijd?
Wij verven, wij ………….
A
verfte
B
verfde
C
verften
D
verfden

Slide 23 - Quiz

Oefenen 
Cursus 7 Spelling 
$10 PV verleden tijd zwak ww

Maak de opdracht 5 - 6 - 7

Klaar?
 Thema A Mens en dier $3 en $4

Huiswerk ma 19 dec: 
De Brug Grammatica 
$9 De persoonsvorm v.t van zwakke werkwoorden
Lees de theorie - maak opdr. 1


Maandag 16 januari Proefwerk periode 2
Bekijken onderdelen !!!
timer
1:00

Slide 24 - Slide

Noem sterke werkwoorden

Slide 25 - Mind map

Wat is de pv verleden tijd?

Joop en Wim ............ naar Schiphol om mij op te halen. (komen)
A
komden
B
kwamen
C
kwammen
D
gekomd

Slide 26 - Quiz

Noteer de pv verleden tijd.

schelden Waarom.......... je nou zo op de scheidsrechter?

Slide 27 - Open question

Noteer de pv verleden tijd.

breken Tijdens het skaten........ Victor zijn rechterbeen.

Slide 28 - Open question

IK kan de persoonsvorm van sterke werkwoorden in de verleden tijd spellen.
ja
nee

Slide 29 - Poll

Verder met LU 1b zwak ww

Slide 30 - Slide