voltooid dw. als bijv. nw
Een voltooid deelwoord gebruiken als bijvoeglijk naamwoord:
Sterke werkwoorden:
Voltooid deelwoord en bijvoeglijk naamwoord is hetzelfde.
Mijn ijsje is gesmolten - Het gesmolten ijsje
Zwakke werkwoorden:
Je schrijft een -e achter het voltooid deelwoord.
Het huis wordt verbouwd - Het verbouwde huis