Thema 3- basisstof 2

Basisstof 2: 
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Basisstof 2: 

Slide 1 - Slide

In deze les leer je... 
  • Bij dieren verschillende vormen van symmetrie beschrijven
  • Bij dieren verschillende typen skelet beschrijven
  • Kenmerken en voorbeelden noemen van zes groepen dieren.

Slide 2 - Slide

Wat is symmetrie?
We noemen iets symmetrisch als we een object kunnen spiegelen.
Deze stoel is op één manier te spiegelen, 
het is symmetrisch. 

Slide 3 - Slide

Verdeel de driehoek precies in tweeën door de lijn erop te slepen.

Slide 4 - Drag question

Veelzijdig symmetrisch
Sommige organismen zijn veelzijdig symmetrisch.
Denk aan een zeester: deze kun je op veel verschillende manieren spiegelen.

Slide 5 - Slide

Asymmetrisch
Sommige dieren zijn asymmetrisch. Dit betekent dat geen van hun kanten gespiegeld kunnen worden aan elkaar. 
Sponzen zijn een asymmetrisch organisme, geen van hun zijden is gelijk aan elkaar.

Slide 6 - Slide

Tweezijdig symmetrisch
Veelzijdig symmetrisch
Asymmetrisch

Slide 7 - Drag question

Verschillende skeletten
Dieren hebben een inwendig, uitwendig, of geen skelet.
  • Inwendig skelet: stevigheid aan de binnenkant van een organisme. Denk aan onze botten: deze zitten aan de binnenkant.
  • Uitwendig skelet: stevigheid aan de buitenkant van een organisme. Denk aan de schelpen van een mossel of de schilden van een kever.
  • Geen skelet: dieren zonder enige vorm van stevigheid, bijvoorbeeld een kwal.

Slide 8 - Slide

Inwendig skelet
Geen skelet
Uitwendig skelet
Inwendig skelet

Slide 9 - Drag question

Het indelen van dieren in groepen
  1. Sponsdieren
  2. Neteldieren
  3. Weekdieren
  4. Stekelhuidigen
  5. Geleedpotigen
  6. Gewervelden

Slide 10 - Slide

1. Sponsdieren
Sponsdieren leven op de bodem van 
de zee. Er zitten stevige hoorn-
vezels tussen de cellen. Deze zorgen
voor de stevigheid.
Een spons is asymmetrisch.

Slide 11 - Slide

2. Neteldieren
Neteldieren leven ook in het water.
Ze zijn veelzijdig symmetrisch en ze
vangen hun prooi met vangarmen.
In deze vangarmen zit gif, wat hun prooi
verdooft.

Slide 12 - Slide

3. Weekdieren
Weekdieren zijn te herkennen aan hun
tweezijdige symmetrie.
De meeste weekdieren hebben een schelp
of huisje als skelet, maar niet alle! Denk
aan een naaktslak: deze heeft geen skelet.

Slide 13 - Slide

4. Stekelhuidigen
Stekelhuidigen zijn veelzijdig symmetrisch.
Ze hebben een skelet aan de binnen- 
of buitenkant van hun lijf. De buitenkant is vaak
bedekt met stekels. Ze leven op de bodem van 
de zee.

Slide 14 - Slide

5. Geleedpotigen
Alle geleedpotigen zijn tweezijdig symmetrisch.
Ze hebben een skelet aan de buitenkant, 
een hard pantser. Dit wordt soms een exoskelet
genoemd.
Als je een vlieg doodslaat, voel je daarom ook 
gekraak: je breekt het pantser.

Slide 15 - Slide

6. Gewervelden
Gewervelden zijn tweezijdig symmetrisch en 
hebben een inwendig skelet. Aan dit skelet hebben
ze ook hun naam te danken: de ruggenwervels.
De gewervelden bestaan uit de beenvissen, 
amfibieën, reptielen en zoogdieren.

Slide 16 - Slide

Raad de groep!
Ik heb een pantser als skelet, vaak vinden mensen ons eng.

Slide 17 - Open question

Raad de groep!
Wij zijn veelzijdig symmetrisch en vangen onze prooi met tentakels.

Slide 18 - Open question

Raad de groep!
We zijn vaak te herkennen aan een huisje of een schelp. Sommigen hebben deze niet!

Slide 19 - Open question

Einde!
Dit was de uitleg van basisstof 2.
Lees nu online basisstof 2 door en maak de opdrachten die in de studiewijzer staan.

Succes!

Slide 20 - Slide