H5 Na H9.1 - 9.3 Trillingen en Golven

Natuurkunde
Wat heb je nodig vandaag?



BiNaS
Rekenmachine
Pen


1 / 21
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Natuurkunde
Wat heb je nodig vandaag?



BiNaS
Rekenmachine
Pen


Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Nagaan hoe 9.1 t/m 9.3 begrepen zijn

  • Tijd: 30 minuten
  • Uitkomst: Startpunt na SE1

Slide 2 - Slide

Hoe heet het verschijnsel van het meetrillen van de lucht in de klankkast?
A
Interferentie
B
Refractie
C
Harmonisch
D
Resonantie

Slide 3 - Quiz

Op welke hoogte bevindt zich de evenwichtstand?

Slide 4 - Slide

Op welke tijdstip(pen) is/zijn de kinetische energie 0 J?

Slide 5 - Slide

1. Welke trilling heeft de grootste amplitude?
2. Welke trilling heeft de grootste frequentie?

Slide 6 - Slide

Bepaal of bereken de eigenschappen van 
de trilling hiernaast

A = ___________________________
T = ___________________________
f = ___________________________

De vorm van dit (u,t)-diagram heet een _________________.

Trillingen die een (u,t)-diagram geven met deze vorm heten _____________________________.



Slide 7 - Slide

Welke trilling is harmonisch?
A
Links
B
Rechts
C
Hetzelfde
D
Geen idee

Slide 8 - Quiz


In de grafiek zie je een gedempte trilling. Wat gebeurt er met de frequentie van de trilling als de amplitude kleiner wordt?
A
de frequentie wordt groter
B
de frequentie wordt kleiner
C
de frequentie blijkt hetzelfde
D
er is geen frequentie

Slide 9 - Quiz

Cardiogram (ecg)
Schaal staat gegeven boven 
de grafiek.
Bereken de frequentie.

Slide 10 - Slide

Wat gebeurt er met een massa-veer systeem als de massa groter wordt?
A
De trillingstijd neemt toe.
B
De trillingstijd neemt af.
C
De frequentie neemt toe.
D
De frequentie neemt af

Slide 11 - Quiz

Veer A heeft een 2x zo grote veerconstante dan veer B. de massa's zijn gelijk. Wat weet je van de periode?
A
TA>TB
B
TA<TB
C
TA=TB
D
Hangt af van de amplitude

Slide 12 - Quiz

Een DAF-Truck (9,0 ton) rijdt de Dakar rally. Hij rijdt met een snelheid van 200 km/h over een hobbelende woestijn 'weg'. De hobbels hebben een afstand van 50 m. Bereken de veerconstante van de veren van de DAF-truck.
A
C = 4,4*10^5 N/m
B
C = 4,9*10^5 N/m
C
C = 1,83*10^2 N/m
D
C = 6,3*10^4 N/m

Slide 13 - Quiz

Met welke formule kan je de golflengte van een golf bereken?
A
λ=v∙f
B
v=λ∙f
C
λ=v/f
D
λ=f/v

Slide 14 - Quiz

Het linker deel van de golf is
A
eerst omhoog gegaan
B
stil blijven staan
C
eerst omlaag gegaan
D
daar kun je niets van zeggen

Slide 15 - Quiz

In de figuur hiernaast een foto van een golf die op tijdstip t = 0,0 s links bij de stip is begonnen.
De volgende vragen gaan over deze golf.

Voor de golflengte λ van deze golf geldt:
A
λ = 2,0 m
B
λ = 3,5 x 2,0 = 7,0 m
C
λ = 8 x 2,0 / 2,5 = 6,4 m
D
λ = 8 x 2,0 / 2,25 = 7,1 m

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Video

Geluid en elektrische trillingen
Trillende lucht
Trillende lucht
Elektrische trilling
Elektrische trilling

Slide 18 - Slide

Welke van de volgende golven is een longitudinale golf?
A
golven in de zee
B
een golf in een touw
C
geluidsgolven
D
golven in een gitaarsnaar

Slide 19 - Quiz

Een s-golf beweegt met de snelheid van 3,3 km/s. De golflengte bedraagt 2,0 km. Bereken de frequentie van de trillingen aan het aardoppervlak.
A
1,7 Hz
B
0,60 Hz
C
0,46 Hz
D
6,6 kHz

Slide 20 - Quiz

In een ziekenhuis kan gebruik gemaakt worden van echoscopie om een ongeboren baby te
bekijken. Hierbij wordt gebruik gemaakt van ultrasone geluidsgolven met een frequentie
tussen 1,0 MHz en 10 MHz. Bij het maken van een echo worden deze golven uitgezonden door een bron in het echoapparaat en teruggekaatst tegen het ongeboren kind. De teruggekaatste golven worden
geregistreerd door een ontvanger in het echoapparaat. De geluidssnelheid in lichaamsweefsel is gelijk aan die in water van 40 ºC. Bereken tussen welke waarden de golflengte van de gebruikte golven in lichaamsweefsel ligt.

Slide 21 - Open question