Chapitre 5 klas HAVO 3 lntroduction tot en met delend lidwoord week 9

Chapitre 5:Vendredi le 28 février


3 HAVO
1 / 20
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Chapitre 5:Vendredi le 28 février


3 HAVO

Slide 1 - Slide

L'introduction chapitre 5
Prenez vos livres B à la page 10

Chapitre 5: Au resto!

Slide 2 - Slide

Chapitre 5: Au resto!

Slide 3 - Slide

Les buts
  • Ik kan een gesprek over eten begrijpen.
  • Ik ken woorden die te maken hebben met eten en drinken
  • Ik kan iets bestellen
  • Afsluiting Chapitre 5 = toets en
  • "taaldorp" situatie

Slide 4 - Slide

Les plats typiquement français

Slide 5 - Mind map

Les mots français
 Exercice 1 blz 10

Exercice 3a blz 11 

Slide 6 - Slide

Qu'est-ce que c'est?
A
la glace
B
le lait
C
l'eau minérale
D
le café

Slide 7 - Quiz

Qu'est-ce que c'est?
A
la glace
B
le lait
C
l'eau minérale
D
le café

Slide 8 - Quiz

Welk woord hoort niet thuis in dit rijtje?
A
la pomme
B
l'orange
C
la fraise
D
le poisson

Slide 9 - Quiz

Welk woord hoort niet thuis in dit rijtje?
A
le fromage
B
le beurre
C
la baguette
D
la confiture

Slide 10 - Quiz

Qu'est-ce que c'est?

Slide 11 - Open question

Qu'est-ce que c'est?

Slide 12 - Open question

Quoi: Exercice 4a bladzijde 12 zelfstandig 
            Exercice 5 samen
            Exercice 6, 7 et 8 zelfstandig

Comment: dans vos livres B blz 12
Fini: apprenez voca A à la page 38




Au travail

Slide 13 - Slide

Havo 3, vendredi le 28 février
1. 

2. Chapitre 5: Au resto!
     - bron C: Phrases-clés
     - bron D: Grammaire: het delend lidwoord
3. Opdrachten maken

Slide 14 - Slide

Een deel van alles: delend lidwoord
Dit zijn de delend lidwoorden: 

"een deel van"
du (de + le)
van de/het
de la
van de/het
de l'
van de/het
des (de + les)
van de 
Letterlijke betekenis
<--

Slide 15 - Slide

Delend lidwoord (Van de/Het)
Vormen van het delend lidwoord?


man
vrouw
klinker/H
enk
du
de la
de l'
mv
des
des
des

Slide 16 - Slide

Ik kan een delend lidwoord gebruiken 
-wat moet ik weten?
- wat is een delend lidwoord?
- wanneer gebruik ik een delend lidwoord?

Slide 17 - Slide

Het lidwoord na aimer, adorer, préférer en détester
Na (vormen van) de werkwoorden aimer, adorer, 
préférer en détester komt altijd het lidwoord: le, la, l' of les

Slide 18 - Slide

WHHTUK
Wat?          Maken 15, 16 en 21 vanaf pagina 22 én Francofolies                             naar keuze
Hoe?          Individueel
Hulp?        Docent loopt rond om te helpen
Tijd?          De rest van de les (eventueel nog quiztijd)
Uitkomst? Samen bespreken
Klaar?       Leren A en B van chapitre 5!

Slide 19 - Slide

Bon weekend!!!!

Slide 20 - Slide